In Oost-Nederland zijn vorig jaar meer seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) gemeld dan in de rest van het land. Dat blijkt uit cijfers afkomstig uit de Thermometer Seksuele Gezondheid Oost-Nederland.
Dat het vindpercentage in Oost-Nederland hoger dan in de rest van Nederland is, heeft mogelijk te maken met de extra aandacht voor partnerwaarschuwing. De meeste soa's worden namelijk gevonden bij bezoekers die gewaarschuwd zijn door een (voormalig) sekspartner bij wie al een soa is gevonden.
Het aantal bezoekers bij de centra seksuele gezondheid (bij de GGD) in Gelderland en Overijssel nam in 2015 wel iets af.
Seksuele voorlichting
De meeste soa's werden gesignaleerd bij meiden tussen de 15 en 19 jaar. De gezondheidsdiensten pleiten dan ook voor een goede seksuele voorlichting op middelbare scholen. Bij mannen lag de piek tussen de 55 en 60 jaar.
Van alle bezoekers aan de centra seksuele gezondheid in Oost-Nederland is bij 18,6 procent een soa gevonden, tegen 17,2 procent landelijk.
- de Stentor
