Mensen met overgewicht en obesitas maken minder gebruik van een diëtist dan je op grond van de gezondheidsrisico’s zou verwachten. Daarbij spelen verschillende factoren een rol, zoals de bereidheid om af te vallen, vergoeding van de kosten en het contact tussen huisarts en diëtist. Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Jacqueline Tol.
Hoewel overgewicht en obesitas veel voorkomen en een verhoogd gezondheidsrisico met zich meebrengen, is het zorggebruik bij diëtisten niet hoog. Jacqueline Tol onderzocht welke factoren dat kunnen verklaren. Ze legde vragenlijsten voor aan huisartsen, diëtisten en patiënten en gebruikte gegevens uit patiëntendossiers.
Vergoeding verzekeraars
Vanaf 2012 werd dieetadvisering niet meer voor iedereen vergoed vanuit de basisverzekering. Dat resulteert in ongelijke toegang tot dieetadvisering, stelt de onderzoeker. Het gemiddelde aantal patiënten dat een diëtist bezocht daalde tussen 2011 en 2012 met 32 procent. Vanaf 2013 werd weer 3 uur aan dieetadvisering vergoed.
Doorverwijzing
Daarnaast blijken huisartsen slechts de helft van de patiënten met obesitas door te verwijzen voor voedings- of dieetadvies. Huisartsen die zelf overgewicht hebben, verwijzen minder vaak door en huisartsen die vaak contact hebben met een diëtist juist meer. Huisartsen ouder dan 48 jaar en huisartsen die een gezond gewicht belangrijk vinden, brengen overgewicht vaker ter sprake.
Bereidheid af te vallen
Ongeveer de helft van de volwassenen met overgewicht is doorgaans bereid om af te vallen, zo blijkt verder uit het onderzoek. Over het algemeen zijn mensen met een hoger opleidingsniveau, ongehuwden en mensen die positief denken over diëtisten eerder bereid om op dieet te gaan. Dat willen ze meestal ook zelfstandig doen. Pas als de gezondheid verder verslechterd is, overwegen ze om een zorgverlener in te schakelen.
Tol promoveert op vrijdag 6 november aan Tilburg University.
- Tilburg University