Vrouwen die in de zwangerschap te maken hebben gehad met pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) moeten regelmatig onderzocht worden op risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Deze vrouwen hebben hier namelijk een verhoogde kans op. Dat concludeert arts-onderzoeker Bas van Rijn naar aanleiding van zijn promotieonderzoek aan het UMC Utrecht.
Volgens de onderzoeker is het nuttig de vrouwen te onderzoeken op risicofactoren voor hart- en vaatziekten, zoals een hoge bloeddruk, een afwijkend cholesterolgehalte of overgewicht. Van Rijn volgde 243 vrouwen met pre-eclampsie vanaf zes maanden tot enkele jaren na de bevalling.
Belast
Vrouwen met vroege pre-eclampsie, voor zwangerschapsweek 34, blijken vaker belast te zijn met één of meer risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Vrouwen met pre-eclampsie op latere leeftijd hebben een acht keer grotere kans op sterfte door hart- en vaatziekten.
Als deze vrouwen in de gaten gehouden worden, kunnen deze risicofactoren behandeld worden door een gezonde levensstijl of met bloeddrukverlagende middelen of cholesterolverlagers.
Volgende zwangerschap
De onderzoeker analyseerde de uitkomst van een volgende zwangerschap bij 120 vrouwen bij wie in de eerste zwangerschap vroege pre-eclampsie was opgetreden. 25 procent kreeg opnieuw pre-eclampsie. Dit trad meestal pas op in de uitgerekende periode.
Het is voor het eerst dat in een relatief grote groep is onderzocht hoe het vrouwen met een verleden van vroege pre-eclampsie vergaat in de volgende zwangerschap.
Vroege pre-eclampsie komt voor bij 1 op de 500 zwangeren. Vrouwen hebben last van hoge bloeddruk en eiwitverlies in de urine. Het is een van de gevaarlijkste complicaties van de zwangerschap. De aandoening kan voor moeder en kind levensbedreigende gevolgen hebben, zoals vroeggeboorte, eclampsie, leverstoornissen en het HELLP-syndroom.
- UMC Utrecht