BAARN - Het aantal knievervangende operaties is de laatste dertig jaar flink toegenomen in de leeftijdscategorie 30 tot 59. De grootste toename zien we tussen de 50 en 59 jaar en bij vrouwen.
Dat concluderen Finse onderzoekers van de Helsinki University in het tijdschrift Arthritis & Rheumatism.
Artrose
Artrose is in 2002 door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) uitgeroepen tot de vierde oorzaak voor het leven met een beperking wereldwijd. Voor een vergevorderde vorm van artrose is operatief herstel van een gewricht de enige mogelijke behandeling om pijn en stijfheid te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. In Nederland worden ongeveer 18.000 kunstknieën per jaar geplaatst.
Toename
"Het vervangen van het kniegewricht komt relatief vaak voor, maar er is maar weinig onderzoek gedaan naar de mensen die zo'n operatie ondergaan", vertelt onderzoeker Jarkko Leskinen. Uit zijn onderzoek blijkt dat er in de periode 1980-2006 sprake was van een 130-voudige toename in het aantal knievervangende operaties in de leeftijdscategorie 30 tot 59.
De grootste toename is te zien in de periode 2001 tot 2006: van 18 naar 65 operaties per 100.000 inwoners. Ook het aantal gedeeltelijke knievervangingen is drastisch toegenomen. Daarnaast blijkt de operatie beduidend vaker uitgevoerd te worden bij vrouwen en bij mensen tussen de 50 en 59 jaar.
Twee keer
"Onze studie laat zien dat een knieprothese steeds vaker voorkomt in een jongere leeftijdscategorie", aldus Leskinen. "Bij deze jongere patiënten is het risico groter dat het kunstgewricht uiteindelijk problemen gaat geven en dat er een tweede operatie met een nieuw gewricht nodig is." Volgens Leskinen is meer onderzoek nodig voordat een knievervangende operatie nog vaker wordt aanbevolen en toepast bij jonge mensen. Een knieprothese heeft namelijke geen onbeperte levensduur.
- EurekAlert
