RS-virus veroorzaakt piepende benauwdheid

Getty Images

Het RS-virus is de belangrijkste oorzaak van terugkerende piepende ademhalingsklachten bij vroeggeboren baby’s. Deze klachten kunnen de voorbode vormen van astma later in het leven. Dit blijkt uit een landelijk onderzoek van het UMC Utrecht.

Na afloop van een longontsteking door het RS-virus ontwikkelt de helft van de pasgeborenen piepende ademhalingsklachten. Als deze klachten vele jaren aanhouden kunnen ze het begin van astma zijn. Onduidelijk was of infectie met het RS-virus de ademhalingsklachten veroorzaakt, of dat de virusinfectie en de ademhalingsklachten beide het gevolg zijn van een aangeboren kwetsbaarheid.

Ouders rapporteren klachten
Om deze puzzel op te lossen voerden kinderarts dr. Louis Bont en collega’s een groot onderzoek uit. In het onderzoek gaven kinderartsen in 15 Nederlandse ziekenhuizen de helft van 429 vroeggeboren baby’s 5 maanden lang het medicijn palivizumab tegen het RS-virus, de andere baby’s gaven ze een placebo. Ze volgden de kinderen daarna een jaar lang. Ouders rapporteerden dagelijks welke luchtwegklachten hun kind had.

Kinderen in de behandelde groep hadden veel minder piepende ademhalingsklachten. Ouders in de behandelgroep rapporteerden in totaal 61 procent minder dagen waarop hun kind last had van piepende ademhalingsklachten. Van de kinderen die het medicijn kregen werd 0,9 procent daadwerkelijk in het ziekenhuis opgenomen met een RS-virusinfectie, tegen 5,1 procent in de controlegroep.

In de behandelde groep hadden ook minder kinderen luchtwegverwijdende medicijnen nodig: 13 procent, tegen 23 procent in de controlegroep.

Kip-ei-probleem
"Wij hebben een heel oud kip-ei-probleem in de kindergeneeskunde opgelost", zegt onderzoeksleider dr. Louis Bont. "We hebben voor het eerst aangetoond dat het RS-virus bij baby’s piepende ademhalingsklachten veroorzaakt. We vermoeden dat het virus daarmee bijdraagt aan het ontstaan van astma later in het leven. Maar om dat te bewijzen moeten we de kinderen langer in de gaten houden, dat gaan we de komende jaren dan ook doen."

De onderzoekresultaten verschenen in The New England Journal of Medicine.

Bron 
  • UMC Utrecht