Nieuwe effectieve behandeling bij tinnitus

Getty Images

MAASTRICHT - Een groep onderzoekers uit Maastricht, Leuven, Bristol en Cambridge heeft met een publicatie in het gezaghebbend tijdschrift The Lancet de effectiviteit aangetoond van een nieuwe behandeling tegen tinnitus (oorsuizen).

Ongeveer vijftien procent van de bevolking heeft in meer of mindere mate last van oorsuizen. Helaas bestaat er geen behandeling die tinnitus geneest. Uit het onderzoek van Rilana Cima en haar collega’s blijkt dat cognitieve gedragstherapie tinnituspatiënten kan helpen om beter te functioneren.

​Innovatieve therapie
In de studie zijn 492 volwassen tinnituspatiënten gevolgd over een periode van 12 maanden. Daarbij werd de effectiviteit van een innovatief tinnitus-behandelprotocol vergeleken met de gebruikelijke zorg, zoals deze in de rest van Nederland wordt aangeboden.

De innovatieve trapsgewijze behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapie, die psychologische elementen en elementen uit de audiologie combineert. De therapie is gericht op vermindering van negatieve gedachten en gevoelens ten aanzien van de tinnitusklachten, bijvoorbeeld door blootstellingstechnieken, beweging en ontspanningsoefeningen, en aandachtgerichte therapie. Dit wordt aangevuld met elementen uit de zogeheten tinnitus retraining therapy (TRT), waarbij er wordt gekeken naar de problemen op geluidsperceptieniveau.

​Overtuigend bewijs
De resultaten leveren overtuigend bewijs dat deze therapie effectiever is dan de gebruikelijke zorg. De algemene gezondheid van tinnituspatiënten verbeterde. De ernst van de tinnitusklachten en ervaren belemmeringen in het dagelijks leven verminderden na de therapie. Bovendien is de nieuwe behandeling effectiever in het verminderen van de algemene negatieve gemoedstoestand, dysfunctionele gedachten over tinnitus en tinnitus-gerelateerde vrees.

De gespecialiseerde tinnitusbehandeling blijkt effectief voor zowel mildere vormen van tinnitus als ernstige tinnitusklachten. De onderzoekers pleiten daarom voor wijdverspreide invoering van het nieuwe behandelprotocol.

Bron 
  • Universiteit Maastricht