Nieuwe behandelmethode endeldarmkanker

Getty Images

Recent onderzoek laat zien dat een orgaanbesparende behandeling voor een ernstige vorm van endeldarmkanker binnen handbereik is. Op blijvende ongemakken, zoals een stoma, is dan minder kans.

Onderzoekers Monique Maas en Doenja Lambregts promoveerden aan het Maastricht UMC+ op de ontwikkelde behandelmethode. Jaarlijks krijgen zo'n 7.500 Nederlanders de diagnose endeldarmkanker. Vaak is een ingrijpende buikoperatie nodig om de tumor weg te halen. Bij sommige grotere tumoren wordt voor de operatie eerst bestraling toegediend, soms gecombineerd met chemotherapie. Een deel van de patiënten heeft de operatie dan eigenlijk niet meer nodig, maar tot voor kort was dit moeilijk met zekerheid vast te stellen.

Keuze
"Na bestraling en eventuele chemotherapie wordt de patiënt uitvoerig onderzocht met endoscopie en moderne 'imaging' technieken. Met zogenaamde diffusie-MRI kan namelijk beter worden bepaald of een tumor volledig weg is of niet", legt radioloog Regina Beets-Tan uit. Nadat deze onderzoeken hebben uitgewezen dat de kans groot is dat de tumor is verdwenen kan de patiënt kiezen voor twee vervolgtrajecten. Hij kan het zekere voor het onzekere nemen en alsnog de operatie ondergaan. Maar hij kan er ook voor kiezen om rustig af te wachten, de zogenaamde 'wait and see' methode.

In Maastricht wordt deze methode onder leiding van chirug Gerard Beets in studieverband aangeboden aan een groep patiënten. Vanzelfsprekend worden dan regelmatig controles uitgevoerd om eventuele teruggroei van de tumor snel op te sporen en te behandelen. De keuze tussen de twee opties ligt, uiteraard in samenspraak met de betreffende arts, bij de patiënt zelf, de zogenaamde 'shared decision making'.

Resultaat
Dat de 'wait and see' methode succesvol is blijkt uit de resultaten van het Maastrichtse onderzoek. Patiënten die ervoor kozen om geen operatie te ondergaan hadden veel minder last van complicaties en een betere kwaliteit van leven. Zo was nog maar zeer zelden een permanente stoma nodig en was er slechts een enkele keer sprake van teruggroei van de tumor.

Bron 
  • Maastricht UMC+