Als Nederland meer aan preventieve gezondheidszorg doet, scheelt dat vijfduizend sterfgevallen per jaar. Vooral het terughoudende Nederlandse antirookbeleid heeft funeste gevolgen.
Dat blijkt uit een Europese vergelijking die deze week wordt gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Hoogleraar maatschappelijke gezondheidszorg Johan Mackenbach van het Erasmus MC, onderzocht samen met een Britse collega in 43 Europese landen tien terreinen van de gezondheidszorg die door preventief overheidsbeleid gunstig zijn te beïnvloeden.
Longkanker
Nederland staat op de vijfde plaats. Zweden staat aan kop, gevolgd door nog drie Scandinavische landen. Op het gebied van hoge bloeddruk, luchtverontreiniging en jeuggezondheidszorg scoort Nederland goed, maar minder als het gaat over tabak, alcohol en voeding. Vergeleken met Zweden gaan hier jaarlijks 3.700 rokers meer dood aan longkanker.
"In Nederland is altijd veel meer gerookt dan in veel andere landen", verduidelijkt Mackenbach. "En die effecten zijn na enkele tientallen jaren merkbaar in de sterftecijfers. De Nederlandse rookverslaving heeft volgens hem vooral te maken met een terughoudend tabaksbeleid."
Borstkanker
Ook het aantal sterfgevallen aan borstkanker is in Nederland hoger dan in Zweden. Jaarlijks overlijden hier bijna 950 vrouwen meer aan de ziekte. Volgens Mackenbach is dat deels verklaarbaar doordat in Nederland de screening op borstkanker later is ingevoerd dan in Zweden. Ook op het gebied van de verkeersveiligheid scoort Nederland iets slechter. In Zweden wordt onder meer het rijden onder invloed strenger aangepakt.