Minder astma bij boerderijkinderen verklaard

Getty Images

UTRECHT - Dat kinderen die opgroeien op boerderijen minder vaak astmatische aandoeningen onwikkelen dan hun leeftijdgenoten elders, was al langer bekend. Een internationaal onderzoeksteam verklaart dit nu uit de grotere verscheidenheid aan micro-organismen waaraan de boerenkinderen ook binnenshuis worden blootgesteld.

Over heel Europa is het aantal astmapatiënten onder kleine kinderen de afgelopen jaren toegenomen. Wetenschappers zoeken behalve naar betere behandelingsmethoden, ook naar mogelijkheden de ziekte te voorkomen.
 
Schimmels en bacteriën in huisstof
In Beieren werden kinderen uit boerengezinnen vergeleken met kinderen uit een andere omgeving. Net zoals uit eerdere studies bleek, komt astma in de eerste groep minder vaak voor. Wat in deze studie echter specifiek werd onderzocht was de aanwezigheid van schimmels en bacteriën in huisstof. Ook binnenshuis blijken boerenkinderen veel meer te worden blootgesteld aan deze organismen dan hun leeftijdsgenoten die niet op boerderijen opgroeien, in veel gevallen door de aanwezigheid van grote aantallen dieren op de boerderij. Hoe meer schimmels en bacteriën, hoe kleiner het risico op astma, ontdekten de onderzoekers.
 
Preventie van astma
Tussen de onderzochte organismen bevonden zich enkele die voor de preventie van astma wel eens een rol zouden kunnen spelen. De precieze werking van de bewuste schimmels en bacteriën blijft nog ongewis, maar een aantal kandidaten voor de ontwikkeling van vaccinstoffen zijn wel geïdentificeerd. Een belangrijke rol in het onderzoek was overigens weggelegd voor prof. dr. ir. Dick Heederik, milieu-epidemioloog aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht.
Auteur 
Bron 
  • Universiteit Utrecht