NIJMEGEN - De opkomst voor de griepprik afgelopen jaar is niet beïnvloed door de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep. Dit blijkt uit onderzoek van het UMC St Radboud in opdracht van het RIVM.
In 2009 circuleerde een heel nieuw influenzavirus A/H1N1, ook wel Mexicaanse griep genoemd. Tegen dit virus is een vaccin ontwikkeld dat apart werd opgenomen in het Nationaal Programma Grieppreventie. De doelgroep van de prik tegen seizoensgriep kwam ook in aanmerking voor de twee prikken tegen de Mexicaanse griep.
Van de reguliere hoogrisicopatiënten is 72 procent tenminste één keer tegen de Mexicaanse griep gevaccineerd. 64 procent liet zich, conform het programma, twee keer vaccineren bij de huisarts.
Van de mensen die zich lieten vaccineren tegen de seizoensgriep, kwam 64 procent ook tenminste één keer naar de huisartsenpraktijk voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep.
Praktijkpersoneel
Om overdracht van het virus aan patiënten te voorkomen werd vaccinatie ook aanbevolen aan huisartsen, praktijkondersteuners en -assistenten. Van de huisartsen is 74 procent gevaccineerd tegen seizoensgriep en 89 procent tegen Mexicaanse griep.
Het animo onder de praktijkondersteuners en -assistentes om zich te laten vaccineren was lager; respectievelijk 54 procent is gevaccineerd tegen seizoensgriep en 74 procent tegen Mexicaanse griep.
Er was geen verband tussen de vaccinatiestatus van praktijkpersoneel en de patiënten.
- Radboudumc