UTRECHT - De meeste jonge kinderen worden niet blij van een prik. Nieuw onderzoek toont dat er minder prikken nodig zijn om pneumokokkenziekte te voorkomen. Drie in plaats van vier.
Elske van Gils van het Universitair Medisch Centrum Utrecht en het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp promoveert op dit onderzoek.
Immuniteit
Sinds 2006 krijgen alle baby’s via het Rijksvaccinatieprogramma tijdens hun eerste levensjaar vier prikken met een vaccin dat beschermt tegen pneumokokken.Na vaccinatie dragen gevaccineerde baby’s minder vaak pneumokokken bij zich in de neus-keelholte. Hierdoor worden ze er zelf niet ziek van én vindt er minder verspreiding naar andere mensen plaats.
Pneumokokken kunnen bij kinderen hersenvliesontsteking, longontsteking en middenoorontsteking veroorzaken.
Vaccinatieschema
Uit het onderzoek van van Gils en haar collega’s bij duizend baby’s, blijkt dat drie of zelfs slechts twee prikken de zeven pneumokokkentypen waartegen werd gevaccineerd sterk terugdringen. In de groep gevaccineerde kinderen daalde het voorkomen van de bacterie in de neus-keelholte met zestig procent. Ook trad er een goede afweerreactie op.
"Ons onderzoek laat zien dat een schema met drie in plaats van vier prikken nu echt voldoende is om de pneumokok te bestrijden.", concludeert Van Gils. "Dat scheelt een prik voor de kinderen. Daarnaast scheelt het ook enkele miljoenen euro’s per jaar."
Vervangende bacteriën
Wel blijkt uit het onderzoek dat andere typen pneumokokken of andere bacteriën de vrijgekomen plek in de neus-keelholte innemen. Dat gebeurt overigens ook bij het vaccinatieschema met vier prikken. Deze vervangende typen kunnen helaas ook ziekte veroorzaken.
"Het betekent dat we in de toekomst moeten overstappen op vaccins met een bredere dekking.", vindt Van Gils. "Vanaf dit jaar zit het 10-waardig vaccin in het Rijksvaccinatieprogramma, gericht op tien typen bacteriën. Om in de toekomst nog meer ziekte te voorkomen is het raadzaam over te stappen op een 13-waardig vaccin."
- UMC Utrecht