HPV-prik ook zinvol voor jongens

Getty Images

Ook jongens hebben baat bij de bekende HPV-vaccinatie die nu alleen aan meisjes gegeven wordt. De prik kan onder andere keelkanker voorkomen. Dit melden onderzoekers van VUmc.

Het humaan papillomavirus (HPV) is één van de meest voorkomende seksueel overdraagbare infecties en de veroorzaker van baarmoederhalskanker. Sinds 2009 worden in Nederland meisjes gevaccineerd tegen dit virus.

Studies tonen aan dat het HPV-vaccin niet alleen beschermt tegen baarmoederhalskanker maar ook tegen andere kankers. Onderzoekers Hans Bogaards (VUmc en RIVM) en Hans Berkhof (VUmc) hebben op basis van verschillende epidemiologische studies en een dynamisch model voor seksuele overdracht van het virus de impact geschat van HPV-vaccinatie op HPV-gerelateerde anus-, penis- en keelholtekanker bij heteroseksuele en homoseksuele mannen.

Risico op HPV-geassocieerde kanker

De huidige vaccinatie van meisjes leidt tot een HPV-daling en biedt ook gedeeltelijke bescherming aan mannen. Uit dit onderzoek blijkt dat bij mannen het risico op HPV-geassocieerde kanker al met 37 procent daalt omdat 60 procent van de meisjes zich inmiddels laat vaccineren.

In de huidige situatie moeten ongeveer 800 jongens worden gevaccineerd om één extra kankerdiagnose bij mannen te voorkomen. Als de vaccinatiegraad bij meisjes stijgt tot 90 procent, neemt bij mannen het risico op HPV-geassocieerde kanker af met 66 procent en moeten ongeveer 1700 jongens worden gevaccineerd om één extra kankerdiagnose te voorkomen.

Gezondheidswinst

De resultaten voor gevaccineerde mannen zijn minder gunstig dan die voor vaccinatie van meisjes. Voor hen geldt dat ongeveer 200 meisjes dienen te worden gevaccineerd om een geval van baarmoederhalskanker te voorkomen. Bij mannen zijn 800 vaccinaties nodig om een geval van kanker te voorkomen. De verwachte gezondheidswinst is echter nog steeds aanzienlijk en duidt erop dat volgens de onderzoekers bescherming van vrouwen niet meer de enige doelstelling van een HPV-vaccinatieprogramma zou moeten zijn.

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het British Medical Journal.

Bron 
  • VU medisch centrum