Laat je testen bij een audicien met StAr-keurmerk
Gehoorverlies wordt wel gezien als een van de grootste nadelen van het ouder worden. En dat begint vaak al rond je 40-e. Hoe eerder je erbij bent, hoe beter gehoorverlies op te vangen is. Dat betekent naar de audicien. Maar het liefst wel naar een goede natuurlijk. Waar moet je op letten?
Veel mensen zien op tegen een bezoek aan de audicien. Het is ook niet leuk om te merken dat je gehoor teruggelopen is. Toch valt een bezoek aan de hoorspecialist de meeste mensen hartstikke mee. Tenminste: de mensen die naar een echte professional gaan. Want goed onderzoek en goed advies zorgen dat je exact de juiste hooroplossing aangemeten krijgt.
Waarom testen belangrijk is
Wanneer je jonger bent, wordt je gehoor regelmatig getest. Zo is er een hoortest vlak na de geboorte en worden kinderen tijdens hun schoolperiode periodiek getest bij de schoolarts. Daarna zijn er geen standaard testen meer en is het belangrijk zelf naar de audicien te gaan als je denkt dat je minder hoort. Hoe langer je hiermee wacht, hoe moeilijker het namelijk wordt om het maximale uit je restgehoor te halen.
Regelmatig je gehoor laten testen is ook het devies van VeiligheidNL. Uit onderzoek dat zij deden met het Erasmus MC bleek dat naar schatting dertien procent van de Nederlandse bevolking van 40 jaar en ouder een gehoorverlies van minimaal 35 decibel heeft. Dat zijn rond de 1,2 miljoen mensen! Met die mate van gehoorverlies wordt je al flink beperkt in je dagelijkse functioneren en heb je eigenlijk een hoortoestel nodig om gesprekken goed te kunnen blijven volgen. Regelmatig bezoek aan de audicien is dus eigenlijk al vanaf je 40-e een must.
Geen verwijzing nodig
Zoals gezegd heb je voor zo'n hooronderzoek van de audicien geen verwijzing van de huisarts of de KNO-arts meer nodig. Tenminste: als je er op let dat je naar een StAr-gecertificeerde audicien gaat. Elke StAr-gecertificeerde audicien is namelijk ook een triage-audicien. Dit betekent dat ze ook zonder verwijzing van een KNO-arts mogen vaststellen of je in aanmerking komt voor een hoortoestel. Ze zijn vakkundig opgeleid, zodat ze hoorverlies officieel mogen vaststellen en zijn dé deskundigen voor het aanmeten van hoortoestellen. Ze zijn volledig gediplomeerd en worden continu na- en bijgeschoold, zodat ze helemaal bijblijven op het gebied van technische en medische ontwikkelingen in de hoorzorg.
Waar staat StAr voor?
StAr staat voor Stichting Audicienregister. Deze stichting verbetert en bewaakt de kwaliteit van audiciens, samen met onder andere KNO-artsen, audiologen en zorgverzekeraars. Je kunt zien of je met een stAr-gecertificeerde audicien te maken hebt aan het logo 'Erkend audicien' dat op de deur of winkelraam van je hoorwinkel is geplakt. Een overzicht van geregistreerde audiciens per plaats vind je hier.
Het keurmerk 'Erkend audicien'
Het keurmerk geeft jou als klant een aantal zekerheden:
- Je wordt geholpen door StAr geregistreerde audiciens;
- De dienstverlening is modern en wordt verricht volgens objectieve kwaliteitsmaatstaven;
- De geregistreerd audicien maakt gebruik van geijkte apparatuur en gevalideerde werkmethoden;
- Je kunt kiezen uit een breed scala van hoortoestellen binnen de via het ZN-protocol bepaalde hoortoestelcategorie;
- Hoortoestellen worden eerst 'op proef' verstrekt en pas wanneer je tevreden bent volgt de aanschaf;
- Bij klachten kun je een beroep doen op de Stichting Audicienregister;
- Het audicienbedrijf wordt gecontroleerd en bedrijven die niet voldoen aan de kwaliteitsnorm verliezen het keurmerk.
Hoe werkt zo'n hooronderzoek?
Alle gecertificeerde audiciens werken volgens het hoorprotocol. Dit is een soort stappenplan waarmee je verzekerd bent dat je uiteindelijk een hoortoestel krijgt waarmee je goed kunt functioneren. Het hoorprotocol werkt met 5 categorieën, van eenvoudig (categorie 1) tot complex gehoorverlies (categorie 5). Om te bepalen in welke categorie jij valt, wordt er een hoortest gedaan en moet je een speciale vragenlijst invullen. Binnen elke categorie vallen hoortoestellen van verschillende merken en typen met capaciteiten die passen bij jouw gehoorverlies.
Otoscoop
Zo'n hoortest bestaat uit meerdere onderdelen. Zo bekijkt de audicien je uitwendige gehoorgang en het trommelvlies met een otoscoop. Hierbij let hij of zij op de helderheid, structuur, kleur en vorm van de uitwendige gehoorgang en het trommelvlies. Er wordt ook gekeken naar de hoeveelheid oorsmeer en of er vocht achter het trommelvlies zit. Indien er een gaatje in je trommelvlies zit, zal de audicien dit kunnen zien.
Met het hooronderzoek zelf meet de audicien de geluiden die nog kunnen worden gehoord. Zo wordt je gehoorverlies objectief aangetoond en wordt bepaald om welk type gehoorverlies het gaat. Daarnaast kan worden vastgesteld welk deel van het gehoorsysteem mogelijk is aangetast. De resultaten van dit onderzoek worden in een grafiek weergegeven, waardoor de informatie ook voor iedereen inzichtelijk en begrijpelijk is.
Hoortoestel uitproberen
Op basis van dit alles bepaalt de audicien of het risico bestaat van een aandoening aan het gehoor. In dat geval zal hij of zij je doorverwijzen naar een KNO-arts of audiologisch centrum. Kinderen en jongeren worden sowieso altijd doorverwezen naar een audiologisch centrum. Als dit niet het geval is - en dat is meestal zo - dan zal de audicien één of meer geschikte hoortoestellen adviseren. Het door jou gekozen hoortoestel wordt vervolgens goed afgesteld en op proef meegegeven. Tijdens deze proefperiode kun je het hoortoestel goed uitproberen en zal de audicien de afstelling fine-tunen totdat het precies naar wens is.
Wie betaalt?
Heb je aan één oor een verlies van minstens 35 decibel? Dan heb je recht op een (gedeeltelijke) vergoeding van je hoortoestel uit de categorie waarin je valt, zo'n 75 procent. Je betaalt zelf de wettelijke eigen bijdrage van 25 procent én een eventueel eigen risico, als je alleen een basisverzekering hebt. Als je een aanvullende zorgverzekering hebt, vergoedt deze soms (een deel van) de wettelijk verplichte eigen bijdrage van 25 procent. Let vooral ook op aanbiedingen bij de verschillende audiciens, want die dragen soms flink bij in de resterende kosten.