De prijzen verschillen enorm
Meer dan één miljoen Nederlanders hoort slecht en kan wel een hoortoestel gebruiken. Maar bij de audicien stuit je op een wirwar aan apparaten, categorieën en vergoedingen. Let goed op, want de verschillen in prijzen én vergoedingen zijn enorm.
Er zijn heel veel verschillende soorten gehoorproblemen en daar spelen fabrikanten en audiciens, met dank aan slimme technieken, handig op in. Daarom zijn er nu hoortoestellen voor ruis en tinnitus, in het oor, met een kabeltje over het oor, hoortoestellen ‘for iPhone’, oplaadbare, bijna onzichtbare en nog véél meer. Het aanbod is enorm, maar om voor een vergoeding van de zorgverzekeraar in aanmerking te komen, moeten audiciens werken volgens het HOORprotocol. Volgens dat protocol zijn er vijf categorieën, soms ook wel profielen genoemd. Bij categorie 1 is sprake van milde gehoorproblemen en bij 5 van zeer ernstige problemen. De audicien stelt aan de hand van onder meer een vragenlijst en een hoortest vast in welke categorie je thuishoort. Dat is belangrijk, want deze categorie bepaalt ook voor welke vergoeding je in aanmerking komt.
Volgens tv-programma Max Meldpunt volstaat een hoortoestel uit één van deze vijf categorieën in meer dan 90 procent van de gevallen. Maar desondanks kiezen véél meer mensen voor een duurder hoortoestel uit de ‘buitencategorie’ of uit een andere categorie dan die waar ze volgens de audicien in thuishoren.
Vergoeding van 75 procent
Volgens vergelijkingssite Independer kost een gemiddeld hoortoestel tussen de €500 en €800 en in principe wordt 75 procent van de kosten van een hoortoestel vergoed uit het basispakket. Dat klinkt gul, maar reken je niet te snel rijk. De verzekeraar gaat er bijvoorbeeld van uit dat je vijf jaar met een hoortoestel doet. En er zijn verschillen tussen restitutie- en naturapolissen.
Bij de restitutiepolis is er meer (maar niet alle) vrijheid om te kiezen naar welke specialist je gaat. Kies je voor een partij met wie de zorgverzekeraar een contract heeft, dan worden de kosten vergoed volgens de polisvoorwaarden. Ga je naar een niet-gecontracteerde partij, dan krijg je een vergoeding op basis van het gemiddelde van het gecontracteerde tarief.
Bij een naturapolis sluit de verzekeraar ook contracten af met bepaalde audiciens. Ga je naar zo’n gecontracteerde partij, dan krijg je de kosten vergoed volgens de polisvoorwaarden. Kies je voor een niet-gecontracteerde audicien, dan krijg je maar een bepaald percentage van het gemiddelde van het gecontracteerde tarief. Dit percentage verschilt per verzekeraar, maar je betaalt vaak méér zelf dan bij een restitutiepolis.
Welke zorgverzekering je ook hebt: informeer áltijd vooraf met welke audiciens ze een contract hebben, want het verschil in vergoedingen kan oplopen tot honderden euro’s.
Eigen risico
Een hoortoestel valt onder het eigen risico van minimaal €385 per jaar. Heb je in het jaar waarin je een hoortoestel aanschaft géén verdere zorgkosten die van het eigen risico afgaan? Dan moet je dat bedrag zelf betalen. Heb je gekozen voor een verhoogd eigen risico (dat kan tot maximaal €885 per jaar), dan ben je dus meer kwijt.
Juiste categorie
Om voor de vergoeding van 75 procent uit het basispakket in aanmerking te komen, moet je een hoortoestel kiezen uit de categorie waarin je bent ingedeeld. Ben je bijvoorbeeld ingedeeld in categorie 3, ‘gemiddelde gehoorproblemen’, en kies je een toestel uit categorie 4, bijvoorbeeld omdat zo’n toestel beter bevalt, dan heeft dat gevolgen voor de vergoeding. Een audicien kan wel een verzoek indienen bij de zorgverzekeraar voor een toestel uit een andere categorie, maar verzekeraars gaan daar verschillend mee om.
Door dit allegaartje aan mitsen en maren is het goed opletten bij de aanschaf van een hoortoestel. Vooral omdat audiciens in de aanprijzingen vaak een voorschot nemen op mogelijke vergoedingen.
Hoortoestel van €175
Een audicien adverteert met een categorie 5-hoortoestel voor €175, na vergoeding. Dat is dan niet ‘de prijs’, maar ‘je eigen bijdrage’ of woorden van die strekking. De werkelijke prijs van het toestel is zo’n €700. De audicien gaat er dan van uit dat je een volledige vergoeding krijgt en ‘vergeet’ het mogelijke eigen risico van €385. Ben je niet ingedeeld in categorie 5, maar in een lagere categorie, dan krijg je minder vergoed. Is er geen contract met de zorgverzekeraar? Dan betaal je (veel) meer dan de geadverteerde prijs van €175.
Let op bijkomende kosten
Met alleen de aanschaf van één hoortoestel ben je nog niet klaar, want soms heb je er twee nodig, terwijl de prijzen en vergoedingen voor één toestel gelden. Bovendien hebben de apparaten onderhoud nodig. De Consumentenbond waarschuwt voor audiciens die je tegen betaling een servicecontract voor onderhoud aanbieden, want deze service is inbegrepen bij het bedrag dat verzekeraars per toestel betalen aan audiciens. Accepteer dus nooit zo’n overbodig servicecontract bij een toestel dat de zorgverzekering vergoedt.
Je kunt ervoor kiezen om de hoortoestellen extra te verzekeren tegen verlies, onherstelbare schade of diefstal. Dit kost meestal rond de €125 voor vijf jaar en wordt niet vergoed. Let op of dit zin heeft: sommige inboedelverzekeringen bieden al een dekking voor hoortoestellen. Als er op vakantie iets mee gebeurt, kun je het soms verhalen op de reisverzekering.
Sommige hoortoestellen zijn oplaadbaar, maar worden geleverd zonder een oplader van zo’n €200 die je zelf moet betalen.
Aanvullende verzekering
Naast de basisverzekering hebben de meeste mensen een aanvullende dekking. De extra vergoedingen die zo’n polis biedt voor hoortoestellen verschilt sterk, let daar dus op. Zorgverzekeraars bieden soms een aparte vergoeding voor hoortoestellen. Soms wordt dat vergoed uit het budget voor hulpmiddelen, zoals een kunstgebit en incontinentiemateriaal. Zo kan het gebeuren dat een vergoeding die je voor het één krijgt, er voor het ander weer vanaf gaat. Ook hier dus opletten.
Betaalt de Belastingdienst mee?
Onder strikte voorwaarden betaalt de Belastingdienst mee aan een hoortoestel. Zo moet de meerprijs zijn ontstaan door een duurder toestel dat ‘beter functioneert’: het zit lekkerder of werkt beter. Meestal gaat het om de dure ‘buitencategorie’-hoortoestellen. Een mooiere kleur ziet de Belastingdienst niet als een betere functie en is dus geen reden om meerkosten af te mogen trekken. De kosten voor het verplichte eigen risico en de verplichte eigen bijdrage mag je niet aftrekken. Aannemelijke kosten voor batterijen die niet worden vergoed door de zorgverzekeraar mag je wel opvoeren als ziektekosten.
Let op, want zorgkosten zijn niet één op één aftrekbaar van het inkomen. Je moet boven een bepaalde drempel uitkomen die onder meer afhankelijk is van inkomen en leeftijd. In de meeste gevallen moeten er dan in één jaar meer zorgkosten zijn dan alleen een hoortoestel. Meer info: www.belastingdienst.nl.
Dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine. Abonnee worden van het blad? Dat doet u in een handomdraai!
- Plus Magazine