Tweetaligheid is goed voor de hersenen

Getty Images

Tweetalig opgroeien traint de hersenen. Dit leidt tot cognitieve voordelen bij kinderen, normale volwassen en patiënten met een neurologische aandoening zoals Alzheimer. Dat concludeert Evy Woumans van de Universiteit Gent naar aanleiding van haar promotieonderzoek.

De bevindingen van haar onderzoek zijn duidelijk: tweetaligheid brengt verschillende cognitieve voordelen met zich mee. Zo werden in een longitudinale studie de intellectuele vaardigheden van eentalige kleuters vergeleken met die van kleuters in tweetalig immersieonderwijs (hierbij volgen scholieren les in een andere taal).

De kleuters die immersieonderwijs gingen volgen bleken na een jaar hoger te scoren op een intelligentietest dan kleuters die eentalig onderwijs genoten, zelfs al scoorden beide groepen kleuters voor aanvang van dat jaar op dezelfde test even hoog.

Alzheimer uitstellen

Uit een andere studie (in samenwerking met UZ Gent en UZ Brussel) werd duidelijk dat tweetaligheid de negatieve cognitieve symptomen van de ziekte van Alzheimer met vier tot vijf jaar kan uitstellen.

Bovendien toonden nog twee andere onderzoeken aan dat ook gewone, gezonde volwassen tweetaligen cognitief beter presteren staan dan hun eentalige leeftijdsgenoten. Vooral tweetaligen die vaak met hun talen bezig zijn, zoals tolken, vertoonden de grootste voordelen.

Gezicht belangrijk

Woumans ging na hoe tweetaligen in elke situatie steeds de juiste taal kunnen selecteren. Zij vond dat het gezicht van de gesprekspartner hierin een cruciale rol speelt. Indien een bekend gezicht steeds één bepaalde taal spreekt indien men het ziet, wordt bij het zien van dat gezicht automatisch die taal geactiveerd. Als een gezicht twee talen gaat gebruiken, zoals het geval is bij tweetalige sprekers, worden bij de luisteraar beide talen actief bij het zien van dat gezicht.

Op basis van al deze resultaten is het algemene besluit van het proefschrift dan ook dat tweetaligheid de hersenen traint. Dit leidt tot cognitieve voordelen bij kinderen, normale volwassen en patiënten met een neurologische aandoening zoals Alzheimer.

De promovenda verdedigt op 13 mei 2015 haar proefschrift.

Bron 
  • Universiteit Gent