Jong brein flexibeler dan oud brein

Getty Images

AMSTERDAM - Jonge hersenen hebben veel flexibele verbindingen waardoor het voor kinderen makkelijk is om nieuwe dingen te leren. Oude hersenen hebben juist stabiele verbindingen, waardoor de hersenen efficiënter werken en minder energie verbruiken.

Dat blijkt uit promotieonderzoek van Martijn Dahlhaus aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Eiwitten
Dahlhaus bestudeerde de werking van het eiwit Notch in muizenhersenen. Hij liet zien dat dit eiwit ervoor zorgt dat zenuwcellen moeilijker stabiele verbindingen met elkaar kunnen maken. Hierdoor zijn jonge hersenen flexibel en is het gemakkelijker om nieuwe dingen te leren.

Tegelijkertijd is het lastiger om verbindingen te stabiliseren. Dit maakt het lastig om de informatie ook daadwerkelijk vast te leggen in de hersenen. Op oudere leeftijd zijn er veel andere eiwitten die er juist voor zorgen dat de stabiliteit van de hersenen toeneemt, en de flexibiliteit vermindert.

Lui oog
Dankzij de flexibiliteit van de jonge hersenen kunnen we in onze jeugd kennis en vaardigheden opdoen waar we de rest van ons leven gebruik van maken. De hersenen zijn in deze periode echter ook gevoeliger voor dingen die misgaan.

Zo kan bijvoorbeeld een lui oog ontstaan. Dit gebeurt wanneer de informatie die vanuit de twee ogen in de hersenen binnenkomt niet met elkaar overeenkomt. Er ontstaan dan verkeerde verbindingen tussen zenuwcellen. Als dit niet in de flexibele periode behandeld wordt, is het zicht in een van beide ogen voor altijd verminderd.

Verbindingen reorganiseren
In de jonge hersenen zitten veel eiwitten die de verbindingen tussen zenuwcellen flexibel maken. Dahlhaus hoopt dat zijn onderzoek er uiteindelijk toe zal leiden dat die flexibiliteit ook bij oudere hersenen teweeg kan worden gebracht door verbindingen tussen zenuwcellen te reorganiseren.

Op die manier zouden verkeerd aangelegde verbindingen, zoals bij een lui oog of schizofrenie, kunnen worden gecorrigeerd. Ook zou dit kunnen helpen om nieuwe verbindingen aan te leggen, bijvoorbeeld na een beroerte of wanneer mensen met een prothese opnieuw moeten leren lopen.

Bron 
  • Vrije Universiteit Amsterdam