AMSTERDAM - Bij sociaal gestreste, depressieve ratten is het ruimtelijk geheugen aangetast, zowel direct als drie maanden na de stresservaring. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Pieter van Bokhoven, waarop hij 27 oktober promoveert aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
is een veelvoorkomende psychiatrische aandoening die vaak diep in het leven van mensen ingrijpt. Stress is de meest voorkomende oorzaak, bijvoorbeeld door verlies van een baan of een geliefde of langdurige stress op het werk.
Stress en cognitie
Naast een gedeprimeerde stemming zijn er bij depressieve patiënten ook cognitieve symptomen waarneembaar, zoals verminderde concentratie en geheugen. Van Bokhoven onderzocht bij ratten de relatie van sociale stress en depressie met cognitie en neuroplasticiteit (het vermogen van de hersenen om zich aan te kunnen passen).
Naast de directe effecten van sociale stress bestudeerde hij ook de lange termijneffecten van stress omdat bij mensen de depressieve symptomen nog lang na een stressvolle levenservaring voorkomen.
Pillen helpen, therapie ook
Uit het onderzoek van Van Bokhoven blijkt dat chronische behandeling met het antidepressivum imipramine zowel de primaire depressieve symptomen als de cognitieve symptomen kan verhelpen. Een belangrijke ontdekking is dat gedragstherapie even effectief is in het verhelpen van deze symptomen en ook op moleculair niveau het brein lijkt te herstellen.
Behandelmethoden
Deze bevindingen zijn waardevol voor de behandelmethoden voor depressieve patiënten met cognitieve symptomen. Lang na stress blijken andere moleculaire mechanismen betrokken zijn bij het ontstaan van cognitieve symptomen. Het bestuderen van de lange termijneffecten van stress is dus van belang in onderzoek naar nieuwe medicijnen. Vooral omdat mensen vaak pas lang na de stressvolle levenservaring met antidepressiva worden behandeld.
- Vrije Universiteit Amsterdam