Waarom zou je een glucosemeter aanschaffen?

En vier andere vragen over een glucosemeter voor thuis

Vrouw meet thuis met glucosemeter
Getty Images

Je glucose meten met een thuismeter: het klinkt ideaal. Maar hoe maak je de juiste keuze als je een glucosemeter voor thuisgebruik wil aanschaffen? Twee experts delen tips.

Suzan Wopereis is onderzoeker en systeembioloog bij TNO. Zij stelt: “Ik ben een voorstander van zelf meten en doe er ook wetenschappelijk onderzoek naar. Regelmatig meten kan een steun in de rug zijn voor wie gezonder wil gaan leven. Het ‘onzichtbare’ zichtbaar maken kan enorm motiverend zijn.”  

Irma Brauer is assistent-regionaal-manager bij Medipoint. Zij zegt: “Steeds meer mensen gebruiken thuismeters. Door de groei van de markt wordt de kwaliteit steeds beter en zijn ze een stuk goedkoper geworden. Daardoor zijn thuismeters nu voor iedereen toegankelijk.”

Wat meet een glucosemeter?

Een glucosemeter meet het gehalte aan glucose (suiker) in het bloed.

Waarom zou je een glucosemeter aanschaffen?

Wopereis: “Een glucosemeter is een geschikt apparaat om aan te schaffen voor wie diabetes heeft. Het kan heel veel inzicht geven in de manier waarop het lichaam reageert op factoren als voeding, beweging en stress. Er is de klassieke glucosemeter, met een vingerprik en een strookje om de bloedglucose-waarde mee af te lezen. Daarnaast is er de continue glucosemeter, waarbij een soort pleister met een micronaaldje ongeveer 14 dagen in de bovenarm blijft zitten. Deze meet de glucosewaarden in het vocht in het onderhuidse weefsel. Ten opzichte van de bloedglucosewaarden van een vingerprik is er een vertraging van ongeveer 15 minuten met een continue glucosemeting. Voor mensen die gezond zijn, is de aanschaf van een glucosemeter niet nodig.”

Wat zijn de referentiewaarden?

Je kunt de glucosewaarden zowel nuchter als niet-nuchter bepalen. Voor mensen met diabetes geldt: streef naar een glucosewaarde tussen de 4 en 10 mmol per liter. Er is sprake van een ‘hypo’ (te laag bloedsuiker) onder de 4 mmol/liter. Dit komt vooral voor bij mensen die insuline gebruiken. Een ‘hyper’ (te hoog bloedsuiker) is boven de 10 mmol/liter. Bloedglucosewaarden variëren gedurende de dag, bijvoorbeeld door eten, bewegen en stress. Daarom wordt er vaak ook gekeken naar de zogenaamde nuchtere (na een nacht slapen waarin je 10 uur niks hebt gegeten) bloedglucosewaarden. Daarbij geldt dat nuchtere glucosewaarden onder de 6,1 mmol/liter als normaal gelden, tussen de 6,1 en 6,9 mmol/liter gezien worden in een voorstadium van diabetes (prediabetes) en boven de 6,9 mmol/liter gezien worden bij diabetes.

Wat doe je bij een afwijkende waarde?

Bij een acute hypo bij het gebruik van insuline is het goed om wat suiker te nemen, het liefst in de vorm van druivensuiker, omdat die het snelst wordt opgenomen. Bij een hyper helpt het om veel te drinken (zodat het teveel aan suiker kan worden uitgeplast) en/of te bewegen. Zijn er veel sterke schommelingen, dan kan het nodig zijn de behandeling en medicatie aan te passen.

Waar moet je op letten bij de aanschaf?

Wopereis: “Bij mensen met diabetes type 1 worden glucosemeters en/of glucosesensoren vergoed door de zorgverzekeraar. Voor de meeste mensen met diabetes type 2 is dat helaas niet het geval, terwijl ze zoveel inzicht kunnen geven. Ik voorzie dat continue glucosemeters echt de toekomst zijn in de behandeling van diabetes.”

Prijs: een startpakket van een glucosemeter met teststrips en naaldjes kost rond de €40-€50. De permanente glucosemeter is alleen beschikbaar in overleg met een zorgverlener.

Tips

Wopereis: “Zorg bij de vingerprik voor warme vingers en ga het bloed er niet uit ‘melken’. Dan raakt de waarde verstoord, omdat je ook wat cellen uit de huid meeneemt.” De glucosewaarde uit een vingerprik valt gemiddeld 10-15 procent lager uit dan een bepaling die in een laboratorium wordt vastgesteld.

Op de website van Diabetesvereniging Nederland staat een overzicht van betrouwbare glucosemeters en -sensoren.

Een andere versie van dit artikel verscheen eerder in Plus Magazine maart 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Bron 
  • Plus Magazine