Niet altijd cosmetisch
Lang niet iedereen is tevreden met zijn neus. Sommige mensen hebben een neus met een bobbel of een te grote, te kleine, te lange of te brede neus. Voor hen kan een neuscorrectie dan een uitkomst zijn.
Ook lichamelijke problemen kunnen aanleiding zijn voor een neuscorrectie. Als de vorm van de neus niet correct is, kan dit leiden tot een verstopte neus of hoofdpijn. Wanneer je daar vaak last van hebt, kan een correctieve ingreep uitkomst bieden.
Op gesprek
Een neuscorrectie is een lastige operatie. Iedereen heeft een beeld van zijn ideale neus. Het is belangrijk om je verwachtingspatroon kenbaar te maken en uitvoerig met de chirurg te bespreken.
Schrijf voor het gesprek alle vragen op die in je opkomen, zodat je ze niet vergeet te stellen. Laat de verstrekte mondelinge informatie op schrift stellen in de vorm van een behandelingsovereenkomst, en onderteken deze samen met de behandelend arts.
De plastisch chirurg kan je tijdens het consult vragen om voor de spiegel aan te wijzen welke verandering je wenst. Hij kan foto's van de neus maken om het probleem goed te analyseren.
Ook asymmetrie of scheefstand worden in beeld gebracht, net als de breedte van de verschillende onderdelen van de neus. Hierna onderzoekt de chirurg de neus. Hij let dan vooral op de elasticiteit van de huid en het neusskelet.
Afgesproken operatieplan
Voor de operatie tekent de chirurg de neus af volgens het afgesproken operatieplan. Een incisie aan de binnenzijde van de neus stelt hem in staat het benige en kraakbenige neusskelet bloot te leggen. De huid van de neus wordt wat losgemaakt van het onderliggende (kraak)been, dat vervolgens gemodelleerd wordt tot de gewenste afmeting.
Als extra materiaal nodig is om de neus op te bouwen en te vormen, kan de chirurg dit uit het kraakbeen van de oorschelp halen. Wanneer een te lage neusrug moet worden opgehoogd, kan de chirurg een implantaat inbrengen. Een alternatief hiervoor is bewerkte menselijke huid. Het lichaam stoot die niet af, en de huid groeit in het eigen weefsel in.
Als het neusskelet is gecorrigeerd, legt de plastisch chirurg de huid weer terug. Meestal worden de incisies gehecht met oplosbare hechtingen. Soms moeten aan de binnenzijde van de neus twee plastic steunplaatjes worden geplaatst, die later weer worden verwijderd. Tot slot plaatst de chirurg vaak een pleisterverband en een kunststof kapje op de neus. Die dienen ter bescherming en om de nieuwe vorm te behouden.
Bij een neuscorrectie is bijna altijd een opname van één of meerdere dagen noodzakelijk. Uiteraard hangt de duur van de opname af van de omvang van de ingreep. In de meeste gevallen duurt de operatie één tot twee uur. Een neuscorrectie wordt meestal uitgevoerd onder narcose. Voor een kleine ingreep volstaat een plaatselijke verdoving.
Zwelling en verkleuring
Het gezicht is na de ingreep gezwollen en verkleurd. Dat kan in de eerste 48 uur na de ingreep zelfs nog wat erger worden. De zwelling kan aan de ene kant erger zijn dan aan de andere, ook als de ingreep symmetrisch is uitgevoerd. Om de doorbloeding te bevorderen, kan je het beste op twee kussens slapen en overdag zoveel mogelijk rechtzitten en rondlopen. De zwelling en verkleuring verdwijnen dan sneller.
Vaak krijg je 'tampons' in de neus, om het bloeden tegen te gaan. Je moet dan tijdelijk door de mond ademen. Omdat dit een droge mond en keel geeft, moet je voldoende drinken.
Als de 'tampons' zijn verwijderd, kan je de neusgaten voorzichtig schoonmaken en verzorgen met wat zalf. Omdat het slijmvlies dan nog is opgezwollen van de operatie, kan de neus nog enige tijd verstopt blijven. Een zoutoplossing helpt in veel gevallen. Het is raadzaam de neus de eerste twee weken niet te snuiten.
Het uiteindelijke resultaat is pas een jaar na de behandeling goed te beoordelen. De beste kandidaten voor een neuscorrectie zijn dan ook mannen en vrouwen met reële verwachtingen. Zij beseffen dat een verbetering, en niet perfectie, het doel is.