Een volle bos door haartransplantatie

Alle methodes op een rij

Getty Images

Een weelderige haardos. Wie droomt daar niet van? Helaas is dit niet voor iedereen weggelegd. Mannen, maar ook vrouwen, kunnen vroegtijdig kaal worden.

Kaal worden gebeurt onder invloed van hormonen, maar ook ziekten en stress kunnen haaruitval veroorzaken. Haartransplantatie kan een oplossing zijn. Je eigen haar wordt dan getransplanteerd naar een kale plek.

Onnatuurlijk effect

De techniek achter haartransplantatie is de afgelopen decennia erg vooruit gedaan. In de jaren zestig en zeventig werden huidtransplantaties met een doorsnede van enkele millimeters direct in het onbehaarde gedeelte ingeplant.

Dit zorgde voor een onnatuurlijk effect. Denk aan een poppenhoofd. Tegenwoordig maakt men gebruik van veel kleinere transplantaten met maximaal drie haarzakjes. Het principe van haartransplantaties is echter hetzelfde gebleven.

Verschillende technieken

Er zijn meerdere technieken om haartransplantaties uit te voeren. Hieronder een overzicht:

Laser
Met een laser worden hele kleine gaatjes in de hoofdhuid gemaakt, zodat er plaats is voor nieuwe haren. Deze methode wordt vooral gebruikt voor een geheel nieuwe haarlijn. Ook wordt deze methode toegepast bij een dikkere huid of bij donkere en dikke haren.

Niet alle artsen maken gebruik van de lasertechniek. Dit komt omdat bloedvaatjes beschadigd kunnen worden door de laser en er littekentjes kunnen ontstaan.

Slit-methode
Bij deze methode wordt gebruikgemaakt van een heel fijn mesje, waarmee kleine sneetjes in de hoofdhuid worden gemaakt. Voordeel van deze methode is dat de transplantaten dicht bij elkaar gezet kunnen worden.

Stick & Place-methode
Met een speciaal naaldje worden kleine gaatjes in de hoofdhuid gemaakt. Er wordt direct een nieuwe haarwortel teruggeplaatst. De omliggende haren lopen nauwelijks schade op.

FUT-methode
FUT staat voor Follicular Unit Transplantation. Deze methode wordt ook wel Micro Grafts genoemd. Een klein reepje huid wordt uit het achterhoofd gesneden. Dit reepje wordt opgedeeld.

Vervolgens worden de transplantaten met maximaal drie haarwortels getransplanteerd. Dit gebeurt met behulp van een holle naald. De hoofdhuid waar het reepje is verwijderd, wordt gehecht. Het litteken dat achterblijft, is nauwelijks te zien.

FUE-methode
FUE betekent Follicular Unit Extraction. Deze vorm van haartransplantatie lijkt op de FUT-methode. De haarwortels worden echter een voor een met een speciale naald uit het achterhoofd verwijderd.

Doordat de haarwortel deels wordt verwijderd, zal deze zich ook op het achterhoofd herstellen. Het resultaat is zeer natuurlijk, maar er bestaat een kans op beschadiging van de haarzakjes. Deze methode wordt dan ook vooral toegepast bij kleinere behandelingen.

Transplantatie ondergaan

Wie kan haartransplantatie ondergaan? Iedereen die (erfelijk) belast is met haaruitval, waarbij de uitval begint of reeds gevorderd is. Ook vrouwen kunnen behandeld worden, vooral ter opvulling en correctie van de haargrens.

Bij toenemende haaruitval over het gehele hoofd, is haartransplantatie niet geschikt. De getransplanteerde haren zullen dan in de toekomst ook uitvallen.

Je kunt in de inhammen op je hoofd haren laten zetten en op plekken waar het haar erg dun is. Denk hierbij aan een hoge haargrens of bijvoorbeeld een brede middenscheiding. Ook de kruin kan goed worden opgevuld.

Gevoelige hoofdhuid

De echte haargroei begint drie tot vijf maanden na de operatie. Voor die tijd kan de hoofdhuid erg gevoelig zijn. Ook kunnen - schrik niet - getransplanteerde haren uitvallen. Dit gebeurt vaak na genezing van de hoofdhuid en het loskomen van de wondkorstjes.

Het eindresultaat is bij iedereen anders en is afhankelijk van de hoeveelheid haar die je van jezelf hebt en hoe dik de afzonderlijke haren zijn. Dun en pluizig haar kan helaas niet worden veranderd in dik krullend haar.

Uiteraard heeft de gebruikte methode ook invloed op het resultaat. Hoewel een haartransplantatie mooie resultaten kan opleveren, zal je haar helaas nooit meer zo vol zijn als voor de haaruitval.

Auteur