Bloedverdunners en voeding: 6 dingen om op te letten

Antistollingsmiddelen en je eten

vrouw met een vergiet met verse spinazie
Getty Images

Antistollingsmiddelen, beter bekend als bloedverdunners, zorgen ervoor dat je bloed minder snel stolt en verkleinen daarmee het risico op een trombose, zoals een hart- of herseninfarct of een longembolie. Maar er zijn voedingsmiddelen die de werking van sommige bloedverdunners, de zogenoemde vitamine K-remmers, kunnen beïnvloeden. Zes voedingsmiddelen onder de loep.

Er bestaan verschillende soorten bloedverdunners. Een van de soorten die kunnen worden voorgeschreven zijn vitamine K-antagonisten (VKA's, ook wel vitamine K-remmers, coumarines of cumarines genoemd) zoals acenocoumarol of fenprocoumon. Dit zijn antistollingsmiddelen in tabletvorm die de werking van vitamine K tegengaan. Deze geneesmiddelen zorgen eigenlijk voor een kunstmatig tekort aan vitamine K. Hierdoor kan de lever bepaalde stollingsfactoren die nodig zijn om het bloed te doen stollen, niet langer produceren, en stolt het bloed dus minder gemakkelijk. En dat is precies de bedoeling.

Maar bij behandeling met antistollingsmiddelen moet het bloed wel 'optimaal' ontstold worden, niet teveel, maar ook niet te weinig. Teveel antistolling kan aanleiding geven tot bloedingen, te weinig antistolling verhoogt de kans op bloedstolsels. De balans is dus belangrijk. Gebruikers van vitamine K-remmers staan onder behandeling van een trombosedienst, omdat veel factoren invloed hebben op deze bloedverdunners. Voeding is er daar één van. 

1. Bloedverdunners een groene bladgroenten

Vitamine K wordt in het lichaam in de darmen gemaakt. Daarnaast komt het voor in voedsel, met name in groene groentes. Als je er veel van eet, kan dat dus de werking van je bloedverdunners tegengaan. Je kan deze groenten gewoon eten, maar liever geen grote hoeveelheden ineens of drie keer per week dezelfde groene groenten, om grote schommelingen te vermijden. Groene groenten zoals sla, broccoli, spinazie en andijvie bevatten veel vitamine K. Let ook op bij grote hoeveelheden kool, zoals witte kool, boerenkool, spruiten en bloemkool.  Andere voedingsmiddelen die relatief veel vitamine K bevatten zijn asperges, avocado, zonnebloemolie, zuivel, fruit, eieren en granen. Ook orgaanvlees zoals lever en niertjes zijn rijk aan vitamine K. Bij een gevarieerd en normaal voedingspatroon zijn de invloeden van de dagelijkse maaltijden op de werking van je bloedverdunners gering. Groenten en fruit spelen bovendien een prominente rol in de hartgezondheid dus het is wel belangrijk om dagelijks twee porties fruit en ongeveer 250 gram groenten te eten.

2. Bloedverdunners, grapefruit en grapefruitsap

Grapefruitsap en verse grapefruit kunnen een wisselwerking geven met je bloedverdunners. Grapefruit(sap) bevat furanocoumarines, die de werking van het enzym CYP3A4 in je lichaam kunnen blokkeren. Dit enzym speelt een belangrijke rol bij de afbraak van veel geneesmiddelen. Wanneer dit enzym minder goed werkt hoopt het medicijn zich op in je lichaam en is de kans op bijwerkingen groter. Staat er op jouw medicijn de etikettekst of sticker 'Pas op met grapefruit'? Dan gebruik je een medicijn waarbij je beter niet te veel grapefruit kunt eten, of grapefruitsap kunt drinken.

De remming van het enzym en daarmee de verhoogde kans op bijwerkingen is afhankelijk van de hoeveelheid grapefruits of grapefruitsap die je eet of drinkt. Wanneer je niet meer dan een of twee dagen per week een glas grapefruitsap drinkt of niet vaker dan een of twee dagen per week een grapefruit eet, met een tussenpoos van drie dagen of langer, is een verhoogde kans op bijwerkingen minimaal. Sinaasappelen en mandarijnen remmen het enzym niet en hebben deze wisselwerking met medicijnen dus niet.

3. Bloedverdunners en alcoholgebruik

Overmatig alcoholgebruik beïnvloedt de werking van antistollingsmiddelen. Alcohol verdunt het bloed niet, maar verhoogt het risico op bloedingen. Dit kan gevaarlijk zijn. Bovendien kan overmatig alcoholgebruik leverproblemen veroorzaken, wat de afbraak van bloedverdunners kan beïnvloeden. Bespreek met je arts of apotheker hoeveel alcohol je eventueel mag drinken.

4. Bloedverdunners en cranberrysap

Ook cranberrysap kan invloed hebben op de werking van je bloedverdunners. Het gaat dan wel om grote hoeveelheden (2 liter). Drink je graag cranberrysap of slik je cranberrysupplementen, bijvoorbeeld tegen blaasontsteking, overleg dan even met je arts over de toegestane hoeveelheden.

5. Bloedverdunners en kruidengeneesmiddelen

Verschillende kruidengeneesmiddelen en supplementen kunnen de werking van bloedverdunners beïnvloeden. Hieronder vallen onder andere ginkgo biloba, ginseng, knoflooksupplementen en sint-janskruid. Deze kruiden kunnen de werking van bloedverdunners versterken of verzwakken, wat tot gevaarlijke bijwerkingen kan leiden. Neem ze dus alleen in overleg met je arts als je antistollingsmiddelen gebruikt.

6. Let op vet bij gebruik van antistollingsmedicatie

Voor een goede werking van de antistollingsmedicijnen is het belangrijk dat de hoeveelheid medicijnen in balans is met de hoeveelheid vitamine K die je binnenkrijgt. Daarbij speelt het vetgehalte van je voeding een rol. Vitamine K wordt namelijk alleen opgenomen in combinatie met vet. Als je dus op een vetarm of vetrijk dieet gaat, beïnvloedt dit ook de stolling van je bloed. Ga je een streng dieet volgen, dan is het verstandig om even met je arts te overleggen over de dosering van je medicijnen, want die moet misschien aangepast worden.

Auteur 
Bron 
  • Apotheek.nl
  • Trombosestichting
  • Gezondheid.be