BAARN - Feyenoordfans hebben woensdagavond waarschijnlijk een verhoogde testosteron- en cortisolspiegel, zo blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam. Dit komt omdat het mogelijke verlies tegen Heracles voelt als een bedreiging van de sociale status.
Wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzochten vijftig Spaanse fans die naar de finale van het WK voetbal in 2010 keken (Spanje tegen Nederland). Zij onderzochten voorafgaand aan de wedstrijd de verwachtingen van de fans, hun emoties, maar ook hun testosteron- en cortisolniveau.
Uit het onderzoek blijkt dat de fans tijdens de wedstrijd een hogere testosteron- en cortisolspiegel hadden dan op een normale controledag. Dit is toe te schrijven aan de bedreiging van de sociale status die het mogelijke verlies van een voetbalwedstrijd met zich meebrengt. Onderzoeker Paul van Lange: "Deze bevindingen zullen vanavond waarschijnlijk niet direct van belang zijn voor de wedstrijd van Ajax, want dat is een gelopen race. Bij Feyenoord zal dat anders zijn, want winst is heel belangrijk, en toch wat onzeker omdat hun tegenstander, Heracles, soms verrassend goed kan zijn".
Testosteron: statushormoon
Het hormoon testosteron neemt toe in competitieve situaties die uitdagend en belangrijk zijn voor de sociale status van de winnaar. In lijn met deze voorspelling toonden de resultaten van deze studie aan dat fans een hogere testosteronspiegel hadden tijdens de wedstrijd dan op een normale controledag. VU-onderzoeker Leander van der Meij: "Het testosteron van de fans was waarschijnlijk verhoogd om hen voor te bereiden op het verdedigen of verbeteren van hun sociale status."
Cortisol: stresshormoon
De ervaring van lichamelijke stress veroorzaakt het vrijkomen van het hormoon cortisol, maar dit komt ook vrij in reactie op een bedreiging voor de sociale status van een persoon. Uit deze studie blijkt dan ook dat de cortisolspiegel hoger was op de dag van de wedstrijd dan op een controledag. De onderzoekers suggereren dat de finale van het WK voetbal een bedreiging was voor de sociale status van de fans, aangezien voor fans hun sociale status afhankelijk was van de prestaties van hun nationale team. Van der Meij: "Het lijkt erop dat een verhoging van cortisol bij fans tijdens de wedstrijd een voorbereiding is op het omgaan met negatieve reacties uit hun omgeving als hun club verliest."
Meer stress voor echte voetbalfans
Kijken naar de wedstrijd was waarschijnlijk stressvoller voor mannen dan voor vrouwen: mannelijke fans scheidden meer cortisol af tijdens de wedstrijd dan vrouwelijke fans. Mannelijke fans voorspelden ook een groter doelsaldo, waren grotere voetbalfans en ervoeren de wedstrijd als meer frustrerend dan vrouwen.
Fanatisme
Uit de resultaten bleek echter dat het geslacht van de fans niet de belangrijkste voorspeller was van de cortisolstijging: het verschil kon volledig worden verklaard door de mate van fanatisme onder de voetbalfans. De studie toonde ook aan dat jongere fans meer cortisol afgaven op de dag van de wedstrijd dan oudere fans. Een mogelijke verklaring is dat oudere fans beter om kunnen gaan met de stress van een belangrijke voetbalfinale dan jongere fans.
Hormonale gegevens
Vóór het begin van de wedstrijd verwachtten alle Spaanse kijkers dat de Spaanse nationale ploeg zou winnen van het Nederlands elftal. Een dergelijke mate van consensus is vrij uitzonderlijk en suggereert dat de Spanjaarden het volste vertrouwen hadden in de uitkomst van de wedstrijd. Maar de hormonale gegevens doen anders vermoeden. De cortisol- en testosteronspiegels waren immers aanzienlijk verhoogd tijdens de wedstrijd, wat suggereert dat mensen zich lichamelijk voorbereiden op het tegengestelde.
De onderzoekers vermoeden dat het uiten van vertrouwen in de winst zou kunnen dienen als bescherming tegen de onzekerheid en het risico op verlies. Van der Meij: "Misschien, in uitzonderlijke omstandigheden waarin de resultaten niet echt voorspelbaar zijn, kunnen we niet altijd volledig rekenen op wat mensen zeggen."
De wetenschappers publiceerden hun resultaten in het tijdschrift PLoS ONE.
- Vrije Universiteit Amsterdam