Zo geef je borstvoeding

Moedermelk is melk die je zelf aanmaakt in je borsten. Moedermelk barst van de gezonde en beschermende stoffen voor je kind: eiwitten, koolhydraten, vetten, vitamines, mineralen en allerlei afweerstoffen.

Goede stoffen

Vooral de eerste dagen na de geboorte zitten er heel veel van deze stoffen in de moedermelk. Daarna wordt die hoeveelheid minder, maar dat is niet erg, want je baby drinkt dan juist weer meer. Per saldo krijgt je baby zo evenveel goede stoffen binnen.

Vitamine D en K

Je kind heeft de eerste maanden aan borstvoeding genoeg. Hij kan volledig groeien en ontwikkelen dankzij de voeding die jij hem geeft. Het enige wat wordt aangeraden is het geven van wat extra vitamine D en vitamine K. Die vitamines komen niet voldoende voor in borstvoeding.

Geef je kindje elke dag 10 microgram vitamine D en 25 microgram vitamine K en je bent ervan verzekerd dat je kind volledig voorzien is van alle gezonde stoffen. Extra vitamine K geef je alleen de eerste 3 maanden, maar extra vitamine D moet je tot het zesde levensjaar geven. Je kunt beide vitamines in druppelvorm bij apotheek of drogist kopen.

Bijvoeding

Pas na 6 maanden heeft je kind extra voeding nodig, in de vorm van fijne groente of fruit. Sommige kinderen zijn er al vroeg bij en laten door smakken en happen zien dat ze trek hebben in meer.

Vanaf 4 maanden kun je in zo'n geval je kind al wat fijngemaakte (gepureerde) groente of fruit geven. Dus vanaf 4 maanden mag het, en vanaf 6 maanden is het echt nodig. Met de borstvoeding kun je daarnaast zo lang doorgaan als jij en je kind dat zelf willen.

Hoe doe je het

Borstvoeding geven is niet moeilijk. Bij sommige moeders is het door een lichamelijke oorzaak alleen niet goed mogelijk. Maar dit komt zelden voor. En voor de rest kan iedereen de 'techniek' leren.

Het is erg belangrijk om meteen na de geboorte te beginnen. Hieronder wat handige tips:

• Meteen nadat je kind geboren is, moet het lijfelijk (huid-op-huid) contact hebben met jou. Hierdoor komen er hormonen bij je vrij en die zijn belangrijk om de melkproductie op gang te brengen. Binnen een uur nadat je kind geboren is, moet je het voor het eerst proberen de borst te geven. Ook hierdoor komt de melkproductie goed op gang.
• Geef je kind borstvoeding als het dat wil (voeden op verzoek). Je kunt je kind op een dag dus zo vaak en zo lang als het dat wil borstvoeding te geven. Dat betekent dat je je kind ook 's nachts moet voeden. Door dit te doen, stimuleer je de melkproductie. In de eerste weken is het goed mogelijk dat je je kind ongeveer 8 keer per 24 uur borstvoeding geeft, zelfs meer kan nodig zijn. Na enkele weken ontstaat er vanzelf een duidelijk patroon in de borstvoedingen.
• Bij het aanleggen van je kind aan de borst is een goede houding belangrijk. Een goede houding is dat je kind met hoofd en lichaam in één lijn en met zijn buik tegen jou aan ligt.
• Je kind moet natuurlijk wel goed bij de borst kunnen. De tepel moet je richten op de bovenlip van je kind en de tong onder de tepelhof. Het hoofd van je kind is iets omhoog, zodat het ruimte heeft om te zoeken.
• Je kunt de lippen van je kind met je tepel stimuleren, totdat de mond van je kind wijd open gaat. Dan breng je je kind naar je borst, waardoor het kan toehappen.

En vergeet niet: oefening baart kunst.