Een roze wolk?
Eindelijk is het zover: je bent mama! Na de bevalling breekt de kraamperiode aan. Volgens de boekjes beleven vrouwen de kraamtijd in een roze wolk. Toch is dat niet voor iedere vrouw hetzelfde.
De ene vrouw brengt de kraamperiode door in bed en de ander staat al snel weer op haar benen. Huildagen horen erbij (de zogenaamde kraamtranen) en je kunt last hebben van allerlei kwaaltjes. Voor de kraamperiode geldt: je moet doen waar jij je goed bij voelt.
Hulp van een kraamverzorgster
Wanneer je thuis kraamt, krijg je hulp van een kraamverzorgster. Je kunt kiezen voor vijf of acht dagen hulp, fulltime of parttime. Tijdens de zwangerschap moet je al aangeven welke hulp je graag wil. Uit welke varianten je kunt kiezen, is afhankelijk van je zorgverzekeraar.
De kraamverzorgster houdt zowel jou als je baby in de gaten. Ze controleert je hechtingen, je temperatuur, je buik en vraagt hoe het gaat met je eetlust en stoelgang.
Daarnaast verzorgt ze de baby. Ze controleert zijn temperatuur, hoe vaak hij plast en poept en houdt in de gaten hoe je spruit het doet. De kraamverzorgster leert je ook hoe je voor je baby moet zorgen. Ze geeft je adviezen en staat je de eerste kraamdagen bij.
Kraamvisite
Kraambezoek hoort bij een geboorte. Die traditie is tijdloos, mensen vieren al honderden jaren de geboorte van een nieuw leven. Reken dus maar op nieuwsgierige bezoekers.
Natuurlijk willen je familie en naaste vrienden jouw nieuwe spruit zo snel mogelijk zien. In het begin is al die aandacht heerlijk, bovendien ben je trots. Maar het is helemaal niet gek dat je ook moe wordt van al dat bezoek. Goede afspraken maken is daarom belangrijk.
Niet iedereen tegelijk en maar een paar bezoekers per dag. Geef duidelijk aan wanneer het uitkomt en wanneer echt niet. Het is ook handig om de eerste gasten te ontvangen als je kraamhulp er nog is. Zij kan je helpen met de beschuiten en de visite netjes naar buiten begeleiden als je toe bent aan rust. Bezoek is leuk, maar denk aan je eigen behoeften en die van je kind.
Postpartum depressie
Zoals gezegd zit niet iedere jonge moeder op een roze wolk. Maar liefst 50 tot 80 procent van alle vrouwen krijgt na de bevalling last van een postpartum of postnatale depressie. In de regel ben je dan prikkelbaar, angstig en neerslachtig.
Wanneer de klachten na enkele weken overgaan, spreek je van 'babyblues'. Je bent geëmotioneerd en somber. De babyblues kan een fysieke en/of psychische oorzaak hebben: een combinatie van lichamelijke (hormonale) veranderingen en emoties.
Als de klachten langer aanhouden, spreek je van een depressie. Dan is het wel verstandig om deskundige hulp in te schakelen. De symptomen van een postpartum depressie komen overeen met de symptomen van een 'gewone' depressie:
- somberheid
- gebrek aan interesse en initiatief
- vermoeidheid en futloosheid
- niet gelukkig zijn, ook niet met het pasgeboren kind
- veel tobben en piekeren
- gebrek aan zelfvertrouwen
- huilbuien
- concentratieproblemen
- weinig of geen eetlust
- slapeloosheid of juist heel veel slapen
- machteloosheid
- het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
- lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, duizeligheid of misselijkheid