Honderden jaren lang hadden bakkers een pot met een levende zuurdesemcultuur bestaande uit meel en water. Dagelijks of wekelijks moesten ze deze cultuur 'voeden'. Tegenwoordig noemen we die zuurdesemcultuur een 'zuurdesemstarter'. Het duurt ongeveer 5 dagen voordat je een goed werkende zuurdesemstarter hebt en je kunt hiervoor allerlei soorten meel gebruiken.
Ingrediënten
- Water
- Bakkersbloem
Bereiding
Je moet de zuurdesem wel voortdurend voeden of verversen, anders werkt hij niet meer. Wanneer hij eenmaal borrelt kan hij de volgende dag gebruikt worden om brood mee te maken. Bewaar de zuurdesemstarter in de koelkast als je hem niet gebruikt.
Dag 1: Meng met een houten stokje 1 afgestreken theelepel bloem met 1-2 theelepels warm water in een schone jampot. Doe de jampot goed dicht en laat hem een nacht op een warme plek staan.
Dag 2: Voeg nog 1 theelepel bloem en 1-2 theelepels warm water aan het mengsel toe. Snuif de geur op. Het moet ruiken naar bloem en water. Het mengsel moet lijken op tamelijk dik beslag. Als het te dun is, moet je er de volgende keer wat minder water bij doen.
Dag 3: Herhaal de aanwijzingen van dag 2 en laat de jampot weer een nacht lang op een warme plek staan.
Dag 4: Herhaal de aanwijzingen van dag 2 nog een keer en laat de jampot weer een nacht op een warme plek staan. Er moeten nu kleine luchtbelletjes verschijnen en het mengsel moet een beetje naar azijn ruiken.
Dag 5: Het mengsel borrelt nu behoorlijk en is dus klaar voor gebruik. (Als het niet borrelt, voeg dan nog 1 theelepel bloem toe en 2 theelepels water en controleer het mengsel de volgende dag.) Nu kun je de zuurdesem opbouwen. Doe de zuurdesemstarter in een grote mengkom en voeg 100 gram bloem toe. Voeg 100 milliliter water toe aan de grote mengkom en meng alles goed door elkaar. Dek de kom af met een doucheuts en laat het mengsel een nacht lang op een warme plek gisten.
Dit recept is afkomstig uit Hoe bak ik zuurdesembrood en heb je nodig om onderstaande broodrecepten te maken: