7 vragen over blaren

1. Hoe ontstaat een blaar?

Door wrijving. Stel dat je krappe schoenen draagt, dan schuift de bovenste huidlaag met de beweging van de schoen mee, terwijl de onderste huidlaag (die verbonden is met het onderhuids vet) vrijwel stilstaat. Wanneer deze wrijving heftiger is dan de huid gewend is, vormt zich tussen de twee huidlagen een kussen van vocht. Dat is een blaar.

2. Wat kun je doen om blaren te voorkomen?

Verminder de wrijving en de druk op de huid. Dat kan door de huid te versterken, door goede schoenen en sokken te dragen of door kwetsbare plekken extra te beschermen.

3. Hoe wordt de huid sterker?

Begin met het langzaam opbouwen van activiteit. Ga bijvoorbeeld niet meteen twee uur voluit tennissen, maar eerst een half uur rustig. Een doornatte huid is week en kwetsbaar; vervang natte sokken daarom bijtijds door droge. Bepoeder de voeten eventueel dun met talkpoeder.

Ook zweetvoeten geven meer kans op blaren. Je kunt ze bestrijden door ze in te smeren met een middel met aluminiumzout (te koop bij de apotheek). Een droge huid wordt door invetten soepeler en kan de wrijving beter opvangen.

4. Welke schoenen helpen tegen blaren?

Het belangrijkst is dat de schoen goed past. Blaren kunnen op elke plek ontstaan waar schoenen wringen. Let ook op uitsteeksels in de schoen: elke oneffenheid (zoals een naad of een draad) kan een blaar veroorzaken. Of een schoen lang genoeg is, kun je testen door in de schoen te staan en zo ver mogelijk naar voren te schuiven: er moet dan één vinger tussen de hiel en schoen kunnen.

In te kleine schoenen ontstaan blaren vaak op de hiel of onder de bal van de voet. Te kleine schoenen geven vooral later op de dag last, omdat voeten in de loop van de dag opzwellen. Te grote schoenen veroorzaken ook blaren. Als de schoen rond de hiel te ruim zit, komt de voet steeds los van de schoen. Dat veroorzaakt vooral blaren op de hiel. Wanneer een schoen in de wreef te breed is, schuift de voet bij elke stap naar voren. Gevolg: je stoot je tenen en denkt dat de schoen juist te klein is. Bij een te brede wreef kan een kleine verhoging onder de hiel helpen, net als het dikker maken van de tong van de schoen.

5. Welke sokken zijn goed?

Sokken zonder naden of pluisjes. Een dikke loopzool vangt wrijving op. Als je een dunne en een dikke sok over elkaar draagt, wordt een deel van de wrijving door de sokken opgevangen. Er bestaan ook sokken met een dubbele loopzool. Welk materiaal prettig zit, is een kwestie van persoonlijke voorkeur.

6. Hoe kun je kwetsbare plekken extra beschermen?

Door de wrijving daar te verminderen. Als er plekken zijn waar je vaak last hebt van blaren, kun je deze het best afplakken met elastische fixatiepleister of tape. Afplakken kan van tevoren of onderweg als je een branderige, pijnlijke plek krijgt. Sporttape wil nog wel eens aan de sok plakken; dat voorkom je door talkpoeder op de tape te doen. Een enkele keer ontstaan onder het afplaksel toch nog blaren.

7. Hoe verzorg je een blaar?

Maak de huid schoon, bijvoorbeeld met jodium, en prik met een ontsmette naald (in een vlam houden en laten afkoelen) twee gaatjes tegenover elkaar in de blaar, en wel in de lengterichting van de voet. Dan kan het vocht er tijdens het lopen uit. Druk de blaar leeg en laat het velletje zitten, want de huid is de beste pleister. Plak een pleister over de blaar.