Verslaafd aan sport of bewegen? Zo kom je erachter

Dit kun je doen aan een beweeg- of sportverslaving

sportende vrouw
Getty Images

Moet alles wijken zodat je kunt trainen? Breng je je dagen het liefst door in de sportschool? Dan ben je misschien verslaafd aan beweging. We vroegen sportpsycholoog Cedric Arijs: wat kun je doen als bewegen een obsessie wordt?

Wat versta je onder een beweeg- of sportverslaving?

Sportpsycholoog Cedric Arijs: “Dan voel je voortdurend de drang om te bewegen. Je zoekt manieren om meer te bewegen dan je al doet en richt er je hele leven naar in. Je laat sociale activiteiten vallen of je komt in de problemen op het werk omdat je vaker wilt trainen. Wanneer dat niet kan, door andere verplichtingen of door een blessure, voel je je onrustig en raak je gefrustreerd. Je kunt niet zomaar stoppen als je een beweegverslaving hebt, zelfs niet als je omgeving opmerkt dat je er wel héél veel mee bezig bent. Het is dus echt een verslaving, en net zoals bij andere verslavingen heeft de verslaafde zelf niet altijd ziekte-inzicht.

Er is sprake van een verslaving als je je gefrustreerd voelt wanneer je niet kunt bewegen

Er bestaan verschillende verschijningsvormen: je kunt verslaafd zijn aan sport of aan bewegen. Sport is een beweegactiviteit met spelregels waarin competitie kan plaatsvinden. Bewegen is veel algemener, daar gaat het om het bewegen op zich en niet om competitie. Het heeft ook raakvlakken met andere aandoeningen. In de DSM, het handboek van de mentale stoornissen, heeft het geen afzonderlijk hoofdstuk. Het past bij de obsessief-compulsieve stoornissen, maar ook bij stoornissen die te maken hebben met een verstoord lichaamsbeeld. Daarnaast kan het een symptoom zijn van iets anders, zoals een eetstoornis.

Beweegverslaving kan te maken hebben met een verstoord lichaamsbeeld

Mensen met een sportverslaving vind je bijvoorbeeld onder duurlopers. Ze willen steeds sneller lopen, betere tijden neerzetten. Een marathonloper die ik begeleidde ging áltijd hardlopen, ook tijdens een familieweekend. Reizen, vrije tijd, alles stond in het teken van trainen of een wedstrijd lopen. Toen zijn partner hem daarop wees, wilde hij minderen, maar dat lukte niet. Alleen al de gedachte daaraan maakte hem onrustig. 

Beweegverslaving komt ook voor bij jonge mannen die voortdurend aan krachttraining doen. Bij hen gaat het niet om competitie, maar puur om de fysieke training en een schoonheidsideaal: een gespierd lichaam. Dat kan te maken hebben met een verstoord lichaamsbeeld. Terwijl wij een krachtpatser zien, ziet zo iemand zichzelf als een mager mannetje. Hij vindt zichzelf nooit sterk of gespierd genoeg. Deze aandoening  wordt bigorexia genoemd. De man die ik begeleidde vanwege zijn loopverslaving had geen probleem met zijn lichaamsbeeld.”

Er kan dus een verband zijn met een eetstoornis?

“Inderdaad, in dat geval is overmatig bewegen een manier om extra calorieën te verbranden. Maar ook omgekeerd kan: als iemand met een primaire beweegverslaving heel sterk bezig is met voeding, is dat om door het eten van de juiste voeding nog meer en beter te kunnen bewegen.Het is, kortom, een problematiek met veel nuances en niet één duidelijk kader. Dat is verwarrend en verklaart waarom deze verslaving vaak onder de radar blijft. Het komt bovendien niet vaak voor, dat maakt het ook moeilijk om te herkennen.We willen bewegen natuurlijk niet problematiseren, we willen juist meer mensen in beweging krijgen. Anderzijds is het belangrijk dat sportartsen en coaches in hun achterhoofd houden dat bewegingsverslaving bestaat. Wanneer je een supergemotiveerde sporter begeleidt die nóg meer of nóg harder traint dan gevraagd, moet je misschien doorvragen naar het waarom.”

Hoe raak je verslaafd aan bewegen?

“Dat kan op verschillende manieren. Voor veel mensen is bewegen een manier om met frustraties om te gaan. Het helpt om je hoofd leeg te maken en je af te reageren, op zich is daar niets mis mee. Het kan problematisch worden als het je énige manier is. Laat ik een sprongetje maken naar emotioneel eten. We eten allemaal weleens een koekje om onszelf te troosten. Dat is normaal gedrag. Maar als je alleen nog tot rust kunt komen door te veel te eten, wordt het een probleem.

Vooral duursporten veroorzaken ook een zekere euforie, de zogeheten runner’s high. Sommige mensen zijn aan die kick verslaafd en moeten daarvoor steeds verder lopen of harder trainen. Bij bigorexia is er het esthetische aspect: ik moet dit blijven doen, anders verlies ik mijn spieren weer. De ideale lichamen van filmsterren en de voorbeelden op sociale media spelen daarbij een rol. Zoals meisjes denken dat ze slank moeten zijn, denken jongens dat ze er gespierd uit moeten zien.

Wanneer mensen beginnen met sporten en dit volhouden, krijgen ze positieve reacties van hun omgeving vanwege hun doorzettingsvermogen of omdat ze er zo goed uitzien. Een app als Strava houdt je resultaten bij en deelt die op je sociale media. Dat voelt goed. Op den duur kan het een deel van je identiteit worden: wat als ik niet meer sport, niet meer zo’n spierbundel ben? Mogen mensen me dan nog wel?”

Lopen mensen met een verslavingsgevoelige persoonlijkheid meer risico?

“Als je gevoelig bent voor een gok- of middelenverslaving ben je niet automatisch gevoelig voor beweegverslaving, want er is een verschil. Verdovende middelen, gokken of gamen zijn verslavend door de instant beloning. In nicotine en andere drugs zit die chemisch ingebouwd. Bij gokken win je iets, bij gamen stijg je een level. Die snelle kick is er niet bij bewegen. Integendeel. Je moet conditie opbouwen, zweten, doorbijten.”Waar ligt de grens tussen gezond bewegen en een verslaving? “Als je geen vrijheid meer voelt, ontwenningsverschijnselen krijgt als je niet beweegt, zijn dat indicatoren dat het problematisch wordt. Soms trekt je omgeving eerder aan de bel. Ook een blessure kan een keerpunt zijn. Sommigen gaan toch door terwijl ze zouden moeten rusten omdat de behoefte om te bewegen te sterk is. Dat brengt risico’s op langere termijn met zich mee, want een blessure die niet de rust krijgt om te herstellen kan ernstiger worden, of zelfs chronisch.”

Hoe kun je afkicken van een beweegverslaving?

“De aangewezen behandeling is momenteel cognitieve gedragstherapie. Dan ga je je afwijkende denk- en gedragspatroon bekijken om normale patronen te hervinden. Bij iemand met bigorexia werken we aan een realistisch lichaamsbeeld, onder meer door naar foto’s te kijken. Als hij vindt dat de persoon op een foto er sterker uitziet dan hijzelf, kun je objectief aantonen dat ze dezelfde lichaamsomtrek hebben, terwijl die persoon op de foto een normaal trainingsschema heeft. 

Duursporters moeten minder op hun sporthorloge kijken, en meer naar de omgeving

Bij duursporters gaat het er vooral om dat ze niet meer zo kijken naar de cijfers die ze op hun sporthorloge zien. Zij moeten weer leren om op gevoel te lopen, te kijken naar de omgeving, minder hard te trainen, ook eens een rustig loopje te doen. Zo ervaren ze beweging op een andere manier, leren ze omgaan met de ontwenning en ontdekken ze dat de wereld daardoor niet vergaat en dat ze niet meteen alle resultaten van hun trainingsinspanningen kwijt zijn. Ze moeten bovendien andere manieren vinden om met frustraties om te gaan. Ze mogen best sporten, maar niet alleen om hun dag te verwerken of het hoofd leeg te maken.”

Is afkicken moeilijk?

“Het hangt ervan af hoe open je voor therapie staat en of je er actief mee aan de slag gaat buiten de sessies. Het heeft ook te maken met je omgeving. Iemand die zich geïsoleerd voelt, zal het moeilijker hebben dan iemand die de steun en aanmoediging van een partner, familie en/of vrienden krijgt. Die aanmoediging laat bovendien zien dat je beloningen ook uit andere aspecten van je leven kunt halen. Bij de meeste mensen is de prognose gunstig en boeken we met enkele sessies al een mooie vooruitgang. Maar hoe verder de beweegverslaving gevorderd is, hoe moeilijker dat wordt. Als de verslaving onderdeel uitmaakt van eetstoornis, moet die eerst aangepakt worden.”

Is er risico op een terugval?

“Ja. Daarom vraag ik altijd: hoe denk je dit resultaat te behouden wanneer de begeleiding stopt? Als je nu naar een wedstrijd toewerkt of je trainingsschema opstelt, welke doelen stel je dan voorop? Zo besloot mijn marathonloper om niet langer persoonlijke records te willen lopen. Hij plant nu expres wedstrijden in op plaatsen waar hij nog nooit is geweest om een nieuwe omgeving te leren kennen. Sommige sporters proberen een andere sport uit om te ontdekken wat die voor hen teweeg kan brengen. De kans op een terugval is overigens minder groot dan bijvoorbeeld bij een gokverslaving.”

Hoe vind je een sportpsycholoog die je kan helpen?

“De meeste sportpsychologen hebben een eigen website, dus je kunt gewoon googelen. In Nederland kun je kijken bij de Vereniging voor SportPsychologie en op nlsportpsycholoog.nl. In Vlaanderen op sportpsychologievlaanderen.be. Kijk wel altijd goed naar de opleiding die een sportpsycholoog heeft gevolgd, want er zijn verschillende instromen naar dit werkveld. Voor deze specifieke problematiek heeft wat mij betreft een achtergrond in de psychologie, liefst klinische psychologie, een meerwaarde.”

Cedric Arijs is sportpsycholoog. Hij behaalde een master klinische psychologie aan de Universiteit Gent en een European Master of Sport & Exercise Psychology aan de University of Thessaly, Griekenland en de University of Leipzig, Duitsland. Hij volgde daarnaast veel andere opleidingen en bijscholingen. Arijs werkt als praktijkassistent aan de Universiteit Gent en heeft een zelfstandige praktijk.

Dit artikel verscheen eerder in Plus Gezond oktober 2024. Abonnee worden van het blad? Dat doe je in een handomdraai.

Bron 
  • Plus Gezond