Mijn traag werkende schildklier - waarvoor ik al 15 jaar medicatie slik - lijkt in de winter meer klachten te geven dan in de zomer. De kouwelijkheid is begrijpelijk maar ik heb dan ook een slechte weerstand en ben erg vermoeid. Mijn huisarts en ik volgen de schildklier door middel van bloedonderzoek dat we elke 6 maanden doen. Naar aanleiding daarvan worden mijn medicijnen eventueel bijgesteld. Meer kunnen we niet doen volgens mijn huisarts.
Is het niet beter om deze vraag aan een internist/endocrinoloog voor te leggen en eventueel nader onderzoek te doen om te kijken of mijn medicatie niet beter afgesteld kan worden? Mijn huisarts vindt dit niet nodig.
Peter uit Amersfoort
Miranda Boom, verpleegkundig specialist Interne geneeskunde met specialisatie in (onder andere) schildklieraandoeningen bij het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen en expert bij MijnSchildklierwijzer:
Je geeft aan in de winter meer klachten te ervaren dan in de zomer en trekt de voorzichtige conclusie dat dit misschien door de schildklier komt. De klachten zijn kouwelijkheid, meer vermoeidheid en slechtere weerstand. Dit zijn inderdaad klachten die bij een ontregelde schildklier kunnen horen, maar dat hoeft niet.
Kan het zo zijn dat de schildklierwaarden met de seizoenen mee bewegen?
Er is geen wetenschappelijk bewijs dat de schildklier in de winter trager werkt dan in de zomer. Het is dan ook niet gebruikelijk om daaraan de schildklierinstelling en schildklierhormonen aan te passen. Het is het wel zo dat klachten als kouwelijkheid, vermoeidheid en slechte weerstand in de winter bij de meeste mensen vaker voorkomen dan in de zomer, ook bij mensen die geen schildklierprobleem hebben. De oorzaak ligt dan bijvoorbeeld in te weinig beweging of tekort aan vitamine D. Het kan ook zijn dat de omstandigheden bij het innemen van de schildkliermedicatie in de winter anders zijn geweest dan de zomer. Heb je bijvoorbeeld maagtabletten gehad in de winter, of een antibioticakuur? Of zijn je eetgewoonten veranderd? Dit kan allemaal invloed hebben op de opname van je schildkliermedicatie waardoor de schildklierinstelling kan fluctueren.
Huisarts of endocrinoloog?
Wat betreft de vraag of je niet beter doorgestuurd kan worden naar de internist/endocrinoloog: je geeft aan dat je huisarts iedere 6 maanden bloedonderzoek bij je doet en daarna eventueel de medicatie bijstelt. De behandeling van een te langzame schildklier komt vaak erg nauw. De normaal waarden zijn vrij breed; van TSH 0.27 tot 4.2 mU/L***. Dit zijn allemaal nog goede waarden maar het één of het ander kan voor jou veel verschil maken.
De behandeling van een te langzaam werkende schildklier wordt in Nederland voornamelijk door de 1e lijn, de huisarts gedaan, samen met jou. Jouw persoonlijke instelling komt namelijk vrij nauw. Het is belangrijk dat je zelf op de hoogte bent van jouw TSH waarden van de afgelopen jaren. Wanneer voelde je je het beste, welke TSH waarde hoorde hier bij? Dit is dan jouw persoonlijk setpoint. Kleine afwijkingen van dit persoonlijk setpoint kunnen dan nog steeds normale waarden zijn, maar kan voor jou betekenen dat je toch meer klachten ervaart. Door hier samen met je huisarts naar te kijken heb je invloed op de behandeling en kan de schildklier beter ingesteld worden. Het is dan niet nodig naar een internist/endocrinoloog verwezen te worden. Komen jullie er samen niet uit dan kan een verwijzing naar de wel 2e lijn zinvol zijn.
***Kleine verschillen afhankelijk van soort laboratorium