Schildklierhormonen en -antistoffen
Moeheid, lusteloosheid en het koud hebben: dit zijn symptomen van een trage schildklier. Een trage schildklierwerking zorgt bij kinderen voor een afnemende lengtegroei. Het gewicht neemt juist toe.
Een bobbel in de hals, net boven het borstbeen, kan wijzen op een vergrote schildklier. Dit wordt ook wel een struma genoemd. De struma beweegt mee met het strottenhoofd, bijvoorbeeld als je slikt.
Afbuigende groeilijn
Als een kind niet goed genoeg groeit, wordt er altijd naar zijn schildklier gekeken. Een schildklier die te traag werkt heeft namelijk effect op de groei. Kinderen met schildklierproblemen blijven vaak klein, maar komen daarentegen wel aan in kilo’s.
Oorzaken
Bij sommige kinderen werkt de schildklier gewoon niet goed, of is er zelfs helemaal geen schildklier aanwezig. Een trage schildklier maakt te weinig schildklierhormonen aan. Dit wordt ook wel een hypothyreoïdie genoemd.
Een aandoening die vaker bij meisjes voorkomt is de ziekte van Hashimoto. Bij deze aandoening vindt de arts antistoffen in het bloed. Deze antistoffen zijn gericht tegen de schildklier. Als een kind de ziekte van Hashimoto heeft, wordt dat vaak ontdekt als hij of zij negen jaar is.
Diagnose
Soms ziet een dokter aan de resultaten van de hielprik of een schildklier niet goed werkt of niet aanwezig is. Bij de hielprik wordt – in de eerste week na de geboorte – bloed afgenomen uit de hiel van je baby. Dit bloed wordt onderzocht op (zeldzame) aangeboren aandoeningen en hier kan dus ook het schildklierhormoon worden gemeten, net als een eventuele aanwezigheid van schildklierantistoffen. Bij schildklierklachten bij kinderen op latere leeftijd zal bloedonderzoek gedaan worden om een diagnose te stellen.
Behandeling
Bij een trage schildklierwerking (hypothyreoïdie) wordt schildklierhormoon gegeven. Het wordt aangepast aan de behoefte van het lichaam, zodat je kind de juiste hoeveelheid schildklierhormoon binnenkrijgt. Dit hormoon (l-thyroxine) moet dagelijks als tabletje worden ingenomen. Hier zijn geen bijwerkingen aan verbonden: het hormoon dat aan je kind wordt gegeven, is immers het hormoon dat hij eigenlijk tekort komt.
Dit artikel is goedgekeurd door Dr. J.M. de Bont, kinderarts-kinderneuroloog in UMC Utrecht.
Laatst herzien op
