Groot gedeelte extra zorggeld wordt niet besteed
Zorgverzekeraars investeren in 2018 onvoldoende in de zorg voor kwetsbare ouderen en chronische zieken. Ze komen de afspraken niet na die de druk op huisartsen moeten verlichten. Daar is komend jaar 200 miljoen euro voor beschikbaar, maar dat bedrag wordt bij lange na niet besteed.
Dat concluderen huisartsenorganisaties InEen - de vereniging van organisaties voor eerstelijnszorg - en de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) na bestudering van de contracten van alle zorgverzekeraars. Anders dan de meeste zorgsectoren krijgen de huisartsen en de multi-disciplinaire zorg (voor chronische patiënten) er elk jaar extra geld bij. Het idee is dat er meer zorg door huisartsen moet worden geleverd; dat is goedkoper dan in het ziekenhuis. Daardoor zien huisartsen meer patiënten die meer zorg nodig hebben. Maar dan moeten de zorgverzekeraars de afspraken uit het Zorgakkoord wel nakomen en voldoende geld uitkeren om de huisartsen te ondersteunen.
Verzekeraars komen niet over de brug
"De problemen waar huisartsen voor staan zijn overduidelijk. Steeds verder oplopende druk op de huisartsenposten; meer en complexere zorg voor ouderen en meer mensen die bij de huisarts aankloppen, doordat er te weinig thuiszorg en GGZ-zorg beschikbaar is. Er is geld beschikbaar gesteld om deze problemen aan te pakken, maar verzekeraars geven dit niet door aan de zorgverleners", aldus Martin Bontje, voorzitter van InEen. In de Volkrant zegt hij het onbegrijpelijk te vinden dat de zorgverzekeraars niet over de brug komen. "Als je wilt besparen op de totale zorgkosten, moet je investeren in de eerstelijnszorg. Maar de zorgverzekeraars kijken naar elkaar en denken: als ík nu investeer, profiteren de anderen daarvan. Het belang van de individuele zorgverzekeraar is belangrijker is dan het maatschappelijk belang."
Toekomst zorgakkoorden
In het Zorgakkoord 2018 zijn afspraken gemaakt tussen huisartsen, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en de overheid om de eerstelijnszorg te versterken. Door huisartsen meer tijd voor de patiënt te geven, samenwerking met bijvoorbeeld ziekenhuizen en gemeenten te faciliteren en de eerstelijnsinfrastructuur te verbeteren van waaruit huisartsen ook beter ondersteund worden. "Maar nu de contracten worden opgesteld, moeten we helaas vaststellen dat een aantal verzekeraars zegt: sorry, dat gaan we niet doen", zegt Ella Kalsbeek, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) in de Volkskrant. "Het wrange is dat we het in de kern eens zijn. We willen allemaal dat de zorg toegankelijk en betaalbaar blijft. Daarvoor zijn investeringen nodig. Maar ze zijn panisch voor wegrennende klanten bij 2 euro premieverhoging."
Succesvolle pilots
Het is extra teleurstellend, omdat er in het land al succesvol wordt geëxperimenteerd met meer tijd voor de patiënt. Door bijvoorbeeld te investeren in een extra huisarts zoals VGZ dat doet, kan de huisarts zijn consultduur verlengen naar 15 minuten. De pilots tonen aan dat het aantal verwijzingen naar het ziekenhuis hierdoor afneemt. Maar ook het anders organiseren van zorg voor kwetsbare ouderen is doelmatig gebleken. LHV en InEen roepen andere zorgverzekeraars op deze voorbeelden te volgen en het daarvoor beschikbare budget uit de begroting te benutten. De tijd dringt: de nieuwe contracten voor de huisartsenzorg worden nu opgesteld.
Wijkverpleegkundigen en specialisten ouderengeneeskunde onmisbaar
De toenemende druk op de huisartsenzorg kan niet alleen worden opgevangen door aanpassingen in de organisatie van de huisartsenpraktijk en de inzet van personeel. Van wezenlijk belang is ook de beschikbaarheid van wijkverpleegkundigen, specialisten ouderengeneeskunde en de beschikbare tijd voor overleg met de apotheker en de thuiszorg.
André Rouvoet, voorzitter van Zorgverzekeraars Nederland (ZN), erkent het probleem en heeft de verzekeraars laten weten hierover vandaag met ze te willen praten. Ook het ministerie bemoeit zich ermee. Onlangs is er nog overleg geweest, waarbij het ministerie heeft benadrukt dat gemaakte afspraken uiteraard moeten worden nagekomen. "Ook wij zijn voorstander van een nieuw zorgakkoord. Om de huisartsenzorg verder te versterken, in het belang van de patiënt. Maar niet als zo’n akkoord door verzekeraars niet wordt nagekomen. Daarom gaan we nu samen met het ministerie van VWS kijken hoe we ervoor kunnen zorgen dat verzekeraars knelpunten wel oplossen en wel investeren in de zorg. Nu en in de toekomst.” stelt Kalsbeek.
- Landelijke Huisartsen Vereniging
- InEen