Als kinderen geopereerd worden onder narcose doen zich net zo vaak problemen voor als bij volwassenen problemen. Bij hele jonge kinderen worden vaker problemen gerapporteerd en de helft van deze problemen hebben te maken met de luchtwegen. Dat blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht.
Kinderanesthesioloog dr. Jurgen de Graaff van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (onderdeel van het UMC Utrecht) heeft een overzicht gemaakt van alle gerapporteerde incidenten bij kinderen die onder narcose geopereerd zijn in het UMC Utrecht tussen 2007 en 2013. In die periode zijn 1200 (bijna-) incidenten geregistreerd bij meer dan 35.000 ingrepen. Het betekent dat bij 3,4 procent van de kinderen die onder narcose geopereerd wordt een incident optrad of op had kunnen treden. Dat percentage is ongeveer net zo hoog als bij volwassenen.
Beademing
Het type gerapporteerde incidenten was bij kinderen echter anders dan bij volwassenen. Bij kinderen gaat het in bijna de helft van de gevallen om problemen met de ademhaling of luchtwegen, zoals een verkramping of acute vernauwing van de luchtweg waardoor het moeilijker wordt het kind te beademen.
Bij sommige groepen kinderen worden relatief vaak incidenten gerapporteerd. Bij kinderen jonger dan 1 jaar gebeurt dat in 6,4 procent van de gevallen en bij kinderen jonger dan een maand bij 7,7 procent van de operaties. Daarnaast wordt bij ernstig zieke kinderen en kinderen die met spoed geopereerd worden vaker een incident gerapporteerd. De resultaten verschijnen in juni in het tijdschrift Paediatric Anaesthesia.
Opletten
"Als we kinderen opereren, moeten we heel goed opletten, vooral op luchtwegcomplicaties", stelt De Graaff. "Dit is een punt van aandacht voor kinderanesthesiologen in alle ziekenhuizen. Bij hele jonge kinderen moeten we nog eens extra goed opletten. Want uit onze gegevens blijkt dat daar verhoudingsgewijs meer complicaties optreden."
- UMC Utrecht