Partners van patiënten met kanker bezoeken in de periode na de diagnose vaker hun huisarts dan daarvoor. Zij komen vooral vanwege lichamelijke of psychosociale klachten.
Dat blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in het Scandinavian Journal of Primary Health Care.
De onderzoekers keken naar het huisartsbezoek van de partners van patiënten in de periode van zes maanden voor tot twee jaar na de diagnose kanker. In die periode bezochten de partners frequenter hun huisarts dan daarvoor. Bij borst-, prostaat- en darmkanker ging de partner respectievelijk 31, 26 en 19 procent vaker naar de huisarts.
Een belangrijke reden van het bezoek was dat hij of zij problemen heeft met de ziekte van de partner, maar ook lichamelijke klachten kunnen de reden zijn, zoals slaapproblemen, pijn, of zorg voor al bestaande chronische aandoeningen zoals diabetes. Uit ander onderzoek is bekend dat partners van patiënten met darm- en longkanker vaker worden opgenomen in het ziekenhuis, vooral vanwege psychiatrische problemen.
Uitgesteld probleem
Pas na een half jaar de diagnose kanker komen de partners vaker bij de huisarts. In de periode daarvoor is die toename niet te zien. NIVEL-programmaleider Joke Korevaar: "Het is daarom belangrijk dat huisartsen in de periode vlak na de diagnose kanker ook aandacht hebben voor de partner. Wanneer de huisarts uitlegt dat de diagnose kanker ook consequenties kan hebben voor de gezondheid van de partner, maakt dit het voor de partner makkelijker om problemen aan de huisarts voor te leggen."
Het onderzoek is uitgevoerd onder partners van 3071 patiënten met borst-, prostaat-, darm- en longkanker die tussen 2001 en 2009 de diagnose kanker kregen en twee jaar na de diagnose in leven waren.
- Nivel