Minder voedselinfecties gemeld

Getty Images

UTRECHT - In 2011 kregen de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het RIVM minder meldingen van voedselinfecties en -vergiftigingen dan in voorgaande jaren. Toch komen ze naar schatting vaker voor, maar de meeste infecties worden niet gemeld. Dit blijkt uit het jaarlijkse rapport van de NVWA en het RIVM.

In 2011 kreeg de NVWA kreeg 363 meldingen van mogelijke voedselinfecties. In 2010 waren dat 432 meldingen. Deze meldingen komen van consumenten die vermoeden dat zij ziek zijn geworden door besmet voedsel. Ook het aantal mensen dat ziek werd (889) ligt lager dan in voorgaande jaren.

Het RIVM kreeg via GGD’en 42 clusters van voedselinfecties door met 368 zieken. Dit laatste aantal bleef in de afgelopen acht jaar redelijk stabiel. Van de zieken is 8 procent in het ziekenhuis opgenomen. Ook dit jaar zijn de bacteriën Salmonella en Campylobacter en het norovirus de belangrijkste veroorzakers.
 
Internationale uitbraken
Opvallend in 2011 waren drie internationale voedseluitbraken. In Duitsland werden elf Nederlanders ziek door besmetting met de shigatoxine producerende Escherichia coli (STEC) 0104 na het eten van fenegriekkiemen.

In een vliegtuig is na het eten van een dessert een Salmonella Heidelberg- besmetting ontstaan. En na het eten van Nederlandse taugé zijn zowel in Nederland (20) als in Duitsland (106) mensen ziek geworden van een Salmonella Newport. Deze drie uitbraken laten zien dat zowel personen als voedsel niet aan grenzen gebonden zijn waardoor internationale uitbraken gemakkelijk ontstaan.
 
Meldingen consumenten
De NVWA en GGD’en registeren en onderzoeken in Nederland uitbraken van voedselinfecties en vergiftigingen. De NVWA krijgt meldingen van consumenten die vermoeden dat zijn ziek zijn geworden door besmet voedsel. Zij kunnen daarvoor de Warenklachtenlijn bellen. De NVWA voert dan onderzoek uit op de plaats van bereiding en neemt voedselmonsters.

Bron 
  • Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit