Intersekse: wat is dat eigenlijk?

Gevolg van een chromosomale of een hormonale afwijking

Getty Images

Intersekse, is dat hetzelfde als hermafroditisme? En hoe komt het dat we er tegenwoordig zoveel over horen? Zijn er veel mensen die een vorm van intersekse hebben? En hoeveel vormen zijn er eigenlijk? Dat er zoveel vragen zijn, is niet zo vreemd: in het verleden praatte men er liever niet over. De tijden zijn gelukkig veranderd.

Intersekse is een pleuristerm, zei rockzanger en presentator Raven van Dorst - artiestennaam Elle Bandita - letterlijk toen die in 2017 bekendmaakte dat die dubbelslachtig is geboren. Van Dorst ziet liever dat het woord hermafrodiet weer terugkeert. Nog los van de verschillende meningen over de terminologie, blijkt de term intersekse ook inhoudelijk veel vragen op te roepen. Bén je intersekse, of héb je intersekse? Is het hetzelfde als transgender? Om hoeveel mensen gaat het eigenlijk? En moeten we er iets mee, of gaat het er vooral om dat we als maatschappij accepteren dat er meer is dan het ideaalbeeld ‘jongetje - meisje’?

Wat is intersekse?

Intersekse ontstaat al voor de geboorte en is een gevolg van een chromosomale of een hormonale afwijking. Zoals iedereen waarschijnlijk nog wel weet van de biologielessen op de middelbare school, heeft een man XY-chromosomen, een penis, testes en testosteronhormoon. Een vrouw heeft XX-chromosomen, een vagina, eierstokken en baarmoeder en oestrogeenhormoon. In werkelijkheid worden er ook meisjes geboren met XY-chromosomen en jongetjes met XX-chromosomen. Ook komen er jongetjes ter wereld die een vagina hebben, en worden er meisjes geboren met een clitoris die zo groot is dat je ook zou kunnen zeggen dat ze een kleine penis heeft.

Meer dan veertig vormen van intersekse

Intersekse is lang niet altijd aan de buitenkant te zien. Er zijn meer dan veertig aangeboren aandoeningen waarbij het geslacht zich anders ontwikkelt dan wat als normaal wordt gezien. Soms is dat bij de geboorte meteen duidelijk, maar het gebeurt ook vaak genoeg dat iemand het pas ontdekt als de menstruatie uitblijft, als zwanger worden niet lukt of na jarenlange geestelijke of lichamelijke klachten. Ons land kent ongeveer 85.000 mensen met een vorm van intersekse, zo stelt het Sociaal Cultureel Planbureau. Dat betekent dat iets minder dan een op de tweehonderd Nederlanders een intersekseconditie heeft. Onderaan dit artikel vind je een aantal voorbeelden van interseksecondities.

Intersekse heb je, transgender ben je…

Intersekse héb je, je bent het niet. Intersekse heeft ook niets te maken met seksuele voorkeuren of genderidentiteit. Miriam van der Have, medeoprichter en directeur van het Nederlands Netwerk Intersekse/DSD (waarbij DSD staat voor Differences of Seks Development) zei het in een interview als volgt: ‘Bij seksuele oriëntatie gaat het over houden van een man of een vrouw. Bij genderidentiteit hebben we het over je uiten als man of vrouw. En bij intersekse heeft je lichaam kenmerken van zowel een man als een vrouw.’ Intersekse is dus niet hetzelfde als transgender: transgender mensen voelen zich namelijk niet, of niet helemaal, thuis in de geslachtsrol die past bij hun uiterlijke geslachtskenmerken. Intersekse kun je misschien nog het beste vergelijken met bijvoorbeeld astma: je hébt astma, maar je bént niet astma.

Operatief ingrijpen

Opereren en hormoontherapie zijn niet nodig, maar zo’n aanpak was tot voor kort wel de standaard, zeker bij zichtbare vormen van intersekse. Nog in 1994 zeiden artsen dat ‘ouders zich vast gerustgesteld zouden voelen als ze weten dat hun kindje zich normaal heteroseksueel kan ontwikkelen’. Tot in deze eeuw werd gehamerd op geheimhouding, zowel voor wat betreft de intersekseconditie van het kind als voor wat betreft de ingrepen die werden gedaan om er een ‘normaal kind’ van te maken. In 2006 heeft de medische wereld dit protocol losgelaten en tegenwoordig is de neiging tot operatief en/of hormonaal ingrijpen iets minder groot. Het taboe op intersekse is echter nog altijd bijzonder groot.

Enkele vormen van intersekse (uit: Zij aan Zij, 3-2015)

AOS: Mensen met het Androgeen Ongevoeligheid Syndroom zijn ongevoelig voor mannelijke hormonen. Ze hebben wel XY-chromosomen. Eierstokken en baarmoeder ontbreken, lichaamsbeharing en zweetgeur vaak ook.
Syndroom van Turner: Mensen met het syndroom van Turner hebben alleen een X-chromosoom of een combinatie van cellen met alleen een X-chromosoom en cellen met XX- of XY-chromosoom. Vaak zijn vrouwen met dit syndroom niet zo lang en blijven borstontwikkeling en menstruatie achter.
Syndroom van Swyer: Mensen met dit syndroom hebben XY-chromosomen, maar geen geslachtsklieren. Soms hebben ze wel een baarmoeder. Via eiceldonatie kunnen zij zwanger worden.
Mayer-Rokitansky-Küster-Hauser (MRKH): Mensen met MRKH hebben wel XX-chromosomen en vaak ook eierstokken, maar de vagina en/of de baarmoeder ontbreekt.
Adreno Genitaal Syndroom (AGS): Deze bijnierziekte kan gepaard gaan met intersekse. Kinderen met XX-chromosomen kunnen zo sterk vermannelijkt zijn, dat ze liever als jongen door het leven gaan. De meeste kinderen met AGS ogen als en voelen zich een meisje.
Syndroom van Klinefelter: Mannen met dit syndroom hebben een extra X-chromosoom, dus XXY-chromosomen. Ze hebben een vrouwelijker vetverdeling, brede heupen en zijn vaak niet of sterk verminderd vruchtbaar.

Bronnen:

Auteur