DEN HAAG - Allochtonen van de eerste generatie krijgen naar verhouding vaker een geneesmiddel tegen diabetes verstrekt dan autochtonen. Bij de tweede generatie allochtonen is dat verschil verdwenen.
Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Daaruit komt ook naar voren dat ruim zeven op de tien Nederlanders in 2009 ten minste één geneesmiddel verstrekt kregen.
Twee degeneratie allochtonen
Het percentage personen dat ten minste één keer per jaar een geneesmiddel tegen diabetes verstrekt kreeg, is bij allochtonen hoger dan bij de autochtonen. Dit geldt echter alleen voor de eerste generatie, bijna 8 procent hiervan kreeg een diabetesmiddel in 2009.
Het percentage gebruikers bij de tweede generatie allochtonen, ruim 4, is gelijk aan dat van de autochtonen. Voor veel andere groepen geneesmiddelen geldt dat allochtonen van de eerste generatie die juist minder vaak verstrekt kregen. Bij deze vergelijking is rekening gehouden met verschillen in leeftijdsopbouw van deze bevolkingsgroepen.
Ten minste één geneesmiddel
In 2009 is aan 62 procent van de mannen en aan 78 procent van de vrouwen ten minste één geneesmiddel verstrekt dat vergoed werd uit de verplichte basisverzekering. De meesten kregen antibiotica voorgeschreven. Verder kreeg 17 procent een middel tegen reuma of ontstekingen van het skeletspierstelsel verstrekt en 14 procent een maagzuurremmer.
- CBS