Welk hoorapparaat heb ik nodig?

Direct naar de winkel of eerst naar de dokter?

Getty Images

Toe aan een hoorapparaat? Ga er dan maar goed voor zitten. Minstens 1500 varianten zijn er op de Nederlandse markt. Het ene toestel heeft een muziekmodus, het andere is stofbestendig en dan zijn er ook nog types die je eigen stem herkennen. Hoe maak je de juiste keuze?

Keuze: wel of geen hoortoestel?

“Als je gehoor minder wordt, merk je dat meestal het eerst in rumoerige situaties. Je kunt bijvoorbeeld iemand niet verstaan op een verjaardag”, zegt Niek Versfeld, audioloog en klinisch fysicus bij het Amsterdam UMC. Ook een teken aan de wand: de volumeknop van de tv of radio moet steeds verder omhoog. Van alle 65-plussers kampt één op de drie met een gehoorprobleem, bleek in 2016 uit onderzoek van het Erasmus MC. Om precies te zijn: een derde van de 65-plussers heeft een gemiddeld verlies van minimaal 35 decibel aan het beste oor. Vanaf deze waarde kom je in aanmerking voor een (grotendeels vergoed) hoortoestel.

Wanneer weet je dat het echt tijd is voor een hulpmiddel?

“Als het gehoorverlies je zodanig hindert dat je er iets aan wilt doen”, zegt Versfeld. “Dat klinkt misschien voor de hand liggend, maar motivatie is een van de belangrijkste factoren voor succes.” Ofwel: erken je en accepteer je dat het gehoor achteruitgaat, dan is de kans groot dat je een hulpmiddel ook echt gaat gebruiken.

Wie er liever niet aan wil, doet zichzelf simpelweg tekort, meent de audioloog.

“Het proces van slechthorendheid is niet te stoppen. Doe je niets, dan ga je gehoorverlies op allerlei manieren compenseren, vaak onbewust: je gaat meer naar de spreker kijken, je luistert geconcentreerder, je probeert de niet goed verstane stukjes te ontcijferen, je gaat op een gunstige plek zitten om alles goed te kunnen horen. Sommige mensen zijn daar heel goed in. Maar al die extra moeite zorgt ervoor dat luisteren een inspannende bezigheid wordt. Na een verjaardag of vergadering ben je kapot. Een hoortoestel kan je dan in een aantal situaties veel energie besparen, omdat het verstaan een stuk gemakkelijker wordt.”

Keuze: direct naar de winkel of eerst naar de dokter?

Ben je 67 jaar of jonger en heb je last van slechthorendheid, dan is het verstandig eerst naar de huisarts te gaan. Die kan bepalen welke vervolgstappen nodig zijn. “Als je al op relatief jonge leeftijd slechter gaat horen, is ouderdom misschien niet de oorzaak”, legt Versfeld uit. “De vraag is dan: wat is er wél aan de hand? Mensen op deze leeftijd werken vaak nog en hebben hun gehoor hard nodig. Je wilt niet uitvallen vanwege oververmoeidheid of fouten maken omdat je alarmsignalen op het werk niet hoort of opdrachten verkeerd verstaat.” Een Audiologisch Centrum onderzoekt uitgebreid hoe je gehoor ervoor staat in relatie tot het dagelijkse functioneren.

Wordt er een hulpmiddel geadviseerd, dan schrijft het centrum een recept uit waarmee je naar een winkel kunt stappen. Ben je ouder dan 67, dan kun je deze stappen overslaan en direct bij een audicien binnenlopen. Met een gehoortest en aan de hand van vragenlijsten wordt bepaald hoe groot je gehoorbeperking is. Stelt de audicien vast dat je in aanmerking komt voor een vergoed hoortoestel, dan betaal je in principe 25 procent van de kosten. Ook als je een recept van een kno-arts of audioloog hebt, geldt deze eigen bijdrage van 25 procent.

Let wel op of de audicien een contract heeft afgesloten met je zorgverzekeraar. Soms vergoedt een aanvullende verzekering de eigen bijdrage. Er zijn vijf categorieën gehoorbeperkingen: 1 is voor eenvoudige gehoorklachten, 5 voor meest complexe problemen. De audicien heeft de mogelijkheid één categorie hoger of lager te kiezen, mits hij dit kan beargumenteren richting de zorgverzekeraar. Bij elke categorie hoort een aantal toestellen waaruit je kunt kiezen. Wil je zelf een toestel uit een andere categorie of gaat je voorkeur uit naar een geavanceerd toestel met allerlei nieuwe snufjes, dan zijn de kosten voor eigen rekening.

Keuze: een plaatselijke speciaalzaak of een landelijke keten?

De tijd dat een opticien alleen brillen verkoopt, lijkt voorbij. Steeds meer grote ketens bieden tegenwoordig ook hoortoestellen aan. Wat is het slimst: kiezen voor een winkel met een bekende naam die stunt met kortingen of toch maar binnenlopen bij een speciaalzaak? “Een aantal jaren geleden zijn er inderdaad een paar grote spelers bij gekomen, zoals Hans Anders en Specsavers”, beaamt Versfeld. Doordat de klant meer keuze heeft gekregen, is de concurrentie toegenomen. “Daarnaast hebben contracten tussen audiciens en zorgverzekeraars de prijzen van hoortoestellen de laatste zeven jaar enorm gedrukt.” In 2013 werd namelijk het categorieënstelsel ingevoerd.

In tegenstelling tot lokale speciaalzaken hebben winkelketens meer mogelijkheden om ‘groot’ in te kopen, wat ze vaak korting oplevert van de fabrikant. Die korting kunnen de ketens – deels– doorberekenen aan de klant: ze bieden bijvoorbeeld aan de eigen bijdrage van het toestel voor eigen rekening te nemen. “Vooral zelfstandige audiciens hebben het de laatste jaren moeilijk gekregen”, zegt Versfeld. “Een aantal audiciens is failliet gegaan, andere zijn opgegaan in middelgrote ketens.”

Voor de kwaliteit van de producten maakt de uitbreiding van het aantal verkooppunten niets uit. “Eigenlijk zijn alle hoortoestellen goed”, zegt Versfeld. Wel heeft hij de indruk dat de tijd die verkopers besteden aan het instellen van hoortoestellen minder wordt. “Hetzelfde geldt voor de uitleg over bediening en het onderhoud.” Welke winkel je ook kiest, het is slim om te letten op het keurmerk StAr (Stichting Audicienregister). Heeft een audicien dit keurmerk, dan mag je een deskundige, eerlijke en adviserende opstelling verwachten. Op de website www.audicienregister.nl staat een overzicht van de verkopers met dit keurmerk.

Keuze: een toestel in of achter het oor?

“De meeste mensen kiezen voor een hoortoestel achter het oor”, weet Versfeld. “Ik denk dat het gaat om zo’n 90 procent. Zeker bij een gehoorverlies in de hoge tonen, zoals bij ouderdomsslechthorendheid, zou ik deze variant adviseren. Het belangrijkste voordeel is dat een achterhet- oor-toestel de gehoorgang niet of maar ten dele afsluit. Op die manier wordt het geluid dat je nog hoort niet geblokkeerd. Het toestel voegt dan alleen de hoge tonen – die je bij ouderdomsslechthorendheid minder hoort – toe.” Bij een in-het-oor-toestel zit alle elektronica in de gehoorgang en is er bijna geen ruimte meer over om geluid erlangs te laten.

Voordeel is dat dit apparaatje meestal minder zichtbaar is. “Als mensen hiervoor kiezen, is dat vaak om cosmetische redenen: het valt minder op. Maar achter-het-oor-toestellen zijn er tegenwoordig ook in behoorlijk kleine en onopvallende uitvoeringen. Technisch gezien is er tussen de varianten geen verschil.” Een inwendig apparaat heeft wel praktische nadelen, aldus Versfeld.“Het kan zorgen voor een afgesloten gevoel of een vervelend klinkende eigen stem. Ook kan het overmatig oorsmeer, irritatie of broeien veroorzaken. Dat is niet goed voor het oor, maar ook niet voor de elektronica, die sneller defect kan gaan.”

Keuze: een vergoed toestel of een met de nieuwste snufjes?

Houd je van nieuwe snufjes en valt de keuze op een state-of-the-arttoestel? De kans is groot dat het niet vergoed wordt. Versfeld: “Heb je het idee dat een toestel buiten het pakket beter voor je is, vraag dan aan de audicien of je het mag vergelijken met een soortgelijk apparaat dat wel vergoed wordt. Zo kun je zelf beslissen of het verschil in kwaliteit het geld waard is. Nieuwe state-of-the-art-hoortoestellen hebben meer instellings-, bedienings- en aansluitmogelijkheden, maar het is niet aangetoond dat je er beter mee kunt verstaan dan met een hoortoestel dat al een jaar of wat langer op de markt is.

Let wel: iedereen heeft recht op een adequaat hoortoestel, dus het is zeker niet zo dat de toestellen die vergoed worden ‘ziekenfondstoestellen’ zijn. Sterker nog: de ‘ziekenfondstoestellen’ van nu waren de state-of-the-art hoortoestellen van een paar jaar geleden.” Zo’n 90 procent van de mensen kiest voor een hoortoestel achter het oor Versfeld schat dat zo’n 20 procent van de verkochte hoortoestellen buiten de vergoeding valt. “Het verschil tussen inkoop- en verkoopprijs bij deze categorie is veel groter. Dat betekent ook dat de audicien graag de nieuwste types wil verkopen.”

De audioloog wijst erop dat de keuze van een hoortoestel belangrijk is, maar een goede instelling nog veel belangrijker. “Je hebt niets aan een slecht ingesteld hoortoestel, ongeacht alle snufjes die erop zitten. Er lijkt ook een neiging te zijn naar het gebruik van een ‘confectie’-oorstukje, het zogeheten parapluutje, waar een maat-oorstukje een beter resultaat zou geven. Het oorstukje is echter een essentieel onderdeel van een hoortoestel, omdat het ervoor zorgt dat het geluid op de juiste manier in het oor komt. Pasvorm is ook erg belangrijk: als het irriteert in of achter het oor, ga je de toestellen binnen de kortste keren uitdoen en niet meer dragen.”

Keuze: wel of geen extraatjes?

Tot slot de extra snufjes waaruit je kunt kiezen. Er zijn er een heleboel. “Voor het verstaan zullen ze meestal niets doen, voor het gemak wel”, zegt Versfeld. “Van belang zijn in ieder geval de verbindingsmogelijkheden met een afstandsbediening, smartphone en tv.” Extraatjes als echoreductie, locatieherkenning, ‘zelflerend vermogen’ of eigen-stemherkenning klinken leuk, maar het is de vraag hoe noodzakelijk ze zijn. “Wat verder vaak verkeerd wordt begrepen, is de term ‘ruisonderdrukking’. Die doet vermoeden dat in een rumoerige omgeving het achtergrondgeluid wordt weggedrukt. Maar tot nu toe is het geen enkel hoortoestel gelukt het achtergrondgeluid weg te drukken zodat het verstaan beter gaat. Dat is de uitdaging voor de toekomst: een hoortoestel ontwikkelen dat zorgt voor een écht goede spraakherkenning, zodat je ook in lawaaiige situaties mensen beter kunt verstaan.”

TIP: gebruik de proefperiode goed

Een hoortoestel mag je altijd eerst een tijdje kosteloos uitproberen. Versfeld: “Zorg ervoor dat deze periode lang genoeg is, want in het begin lijkt alles mooi en goed en fantastisch. Maar je hebt minstens zes weken nodig om te merken of het hoortoestel voor jou voldoende werkt. Belangrijk is om het tijdens de proefperiode zo veel mogelijk te dragen en ermee te experimenteren. Pas dan merk je wat het hoortoestel kan en niet kan. Ga vooral terug naar de audicien als er iets niet goed is of als je denkt dat het beter kan. In veel gevallen kan er door verandering van het oorstukje of de instelling veel verbeterd worden.”

Verwacht geen grote wonderen van een hoortoestel, benadrukt Versfeld verder. “Realiseer je dat het een hulpmiddel is en blijft, ondanks alle techniek die erin zit.

Ik zeg altijd: hoe mooi de techniek ook is, het geluid moet altijd door het versleten oor om gehoord te worden. Verstaan in rumoerige situaties zal altijd lastig blijven, wat een reclamespotje misschien ook belooft. Het hoortoestel versterkt immers niet alleen de persoon die je graag wilt verstaan, maar ook de andere mensen in je buurt. Een tweegesprek met iemand moet wel duidelijk beter gaan of moet op z’n minst minder inspanning kosten. Let ook op hoe het gaat met tv kijken en met telefoneren.”

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine