AMSTERDAM - Voorheen werd gedacht dat microbloedingen in de hersenen vrij onschuldig zijn. Het promotieonderzoek van Jeroen Goos van het VUmc bewijst het tegendeel. Deze microbloedingen dragen mogelijk bij aan de mate van dementie bij Alzheimerpatiënten.
Over het ontstaan van Alzheimer bestaan verschillende theorieën. De belangrijkste richt zich op de ophoping van het amyloid eiwit in de hersenen. Een ander model benadrukt de belangrijke rol van de hersenvaten. Goos legt in zijn onderzoek verband tussen de twee verklaringen. Op het snijvlak van de beide theorieën bevinden zich de microbloedingen. Deze microbloedingen of de onderliggende vaatafwijkingen die zij weerspiegelen, dragen mogelijk bij aan de mate van dementie bij Alzheimerpatiënten.
Goos' onderzoek toont aan dat dit effect vooral bij relatief ernstige gevallen van deze vaatschade optreedt. Alzheimerpatienten met veel microbloedingen hadden méér alzheimereiwit in het hersenvocht, méér vaatschade in de hersenen en zij presteerden slechter op een geheugentest.
Voorspellen microbloedingen
Risicofactoren voor hart- en vaatziekten die te beïnvloeden zijn, zoals roken en hoge bloeddruk, voorspelden ook nieuwe microbloedingen bij patiënten van een geheugenpolikliniek. Bij 12 procent van de patiënten traden na twee jaar spontaan nieuwe microbloedingen op. Deze informatie is bijzonder waardevol in het kader van het natuurlijke beloop van de met dementie geassocieerde vaataandoening. Microbloedingen krijgen steeds meer aandacht doordat zij optreden als bijwerking na vaccinatie tegen het amyloid eiwit in wereldwijde medicijnstudies tegen Alzheimer.
Nieuwe detectiemethoden
Tot slot concludeert Goos dat nieuwe radiologische detectiemethoden veelbelovend zijn in het vroegtijdig opsporen van relevante schade van de kleine hersenvaten. Omdat er nog geen behandeling is, verdient de rol van de kleine hersenvaten bij dementie grote aandacht aangezien het een potentieel aangrijpingspunt tot behandeling biedt.
- VU medisch centrum