Interview met een cardioloog
In onze taal gebruiken we het 'hart' om gevoelens aan te duiden. We hebben hartzeer of hartenpijn, iemand is een hartendief, we hebben het over hartelijk en als ons hart is gestolen, zien we dat over het algemeen niet als negatief.
Maar wat als we iets aan ons hart krijgen, zoals een hartinfarct? Kun je dat overleven en hoe heb je de meeste kans? Voel je een hartaanval aankomen?
Voorlichting belangrijk
Martin Stoel is cardioloog in Medisch Spectrum Twente en werkt in het Thoraxcentrum Twente. "Voorlichting is het belangrijkst. Niet alleen aan mensen die al hartpatiënt zijn, maar juist ook aan mensen die het (nog) niet zijn. Een hartinfarct, of met een ander woord een hartaanval, krijgt je van het ene op het andere moment, vaak zonder voorafgaande waarschuwing. Daarom is het zo ontzettend belangrijk om direct aan te geven dat er iets mis is."
Tijd is van levensbelang
"Een acuut hartinfarct is iets anders dan een angina pectoris. Dit laatste is een vroegtijdige slagaderverkalking, die langzaam verloopt. Bij inspanning krijg je het benauwd, in rust trekken de klachten weg. Angina pectoris komt meestal voor bij oudere patiënten en kan verholpen worden met medicijnen, dotteren of een hartoperatie."
De zes uur na een hartinfarct zijn cruciaal. Hoe vroeger je erbij bent, hoe kleiner de kans op blijvende schade of zelfs overlijden. "De teller gaat lopen vanaf het moment van het infarct. Je voelt dat er ineens iets gebeurt en krijgt pijn of druk op de borst. Je wordt grauw of grijs en soms moet je overgeven. Het bloedvat slibt dicht en binnen zes uur sterft het betreffende hartspierweefsel af."
"Het is dus van levensbelang zo snel mogelijk in een ziekenhuis gedotterd te worden. Mensen reageren nog té vaak afwachtend, denken dat het vanzelf wel overgaat. Ook anderen interpreteren de signalen soms verkeerd en denken aan stress of hyperventilatie. Nou, een man van 40 lijdt meestal niet aan hyperventilatie. Benauwdheid is dan het gevolg van een stoornis, niet de oorzaak."
Té goed werkend mechanisme
Een hartinfarct ontstaat door het dichtslibben van de kransslagader. "Rondom het hart liggen bloedvaten. De een wat groter en dikker dan de ander. Die bloedvaten zijn heel flexibel, bij elke hartslag draaien ze mee. Wanneer op één plekje in de ader een verkalking ontstaat, wordt dat plekje hard, en dus minder flexibel."
"Zo'n zeer kwetsbare ader kan dan niet helemaal meer meedraaien en scheurt aan de binnenkant. Het lichaam reageert daarop door direct stofjes in het bloed vrij te laten komen, waardoor het bloed stolt. Dat is overal prima, maar bij een hart niet zo handig omdat het bloedvat dan afgesloten is, waardoor er schade aan de hartspier ontstaat. Een infarct is dus eigenlijk een doorgeschoten reparatiemechanisme van ons lichaam."
Risicofactoren
Van de mensen die een hartinfarct krijgen, had 95 procent nooit eerder hartklachten. Toch zijn er risicofactoren die de kans op een infarct verhogen. "Het grootste risico is als er in de familie hartziekten voorkomen. Dat is ook de eerste vraag als je in het ziekenhuis komt. Op nummer 2 staat roken, dit vernauwt de bloedvaten. Op 3: een chronische en langdurig onbehandelde hoge bloeddruk. Laat daarom geregeld je bloeddruk meten, want van een te hoge bloeddruk merk je niets. Op 4 staat diabetes (suikerziekte) en op 5 een te hoog cholesterolgehalte."
Technologie staat voor niets
Het is een fabel dat iemand na een hartinfarct zijn hele leven invalide is. "Dat is afhankelijk van de grootte van het infarct, en de tijd die verstreek voor behandeling. Ben je er snel bij, dan is het risico op restverschijnselen een stuk kleiner."
"Wel moet je je hele leven medicijnen slikken om een volgend infarct te voorkomen. Ik zeg het nog maar een keer: tijd is cruciaal. We zien in ons ziekenhuis liever negen mensen voor niets, dan die ene patiënt die té laat is. De mogelijke gevolgen van een infarct zijn hartritmestoornissen en hartstilstand."
"De AED's, de automatische externe defibrillators, zijn letterlijk levensreddend. Er zijn tegenwoordig ook apparaatjes die onder de huid zitten en de hartfuncties registreren. Ook pacemakers kunnen via de telefoon informatie doorgeven. Je kunt zelfs bedenken dat je mensen op afstand kunt monitoren, bijvoorbeeld door een pleister op de borst, en zo kunt ingrijpen als iemand een infarct krijgt."
"De technologie staat wat dat betreft voor niets. Maar of je daar blij van wordt? Ik weet het niet. Verklein de kans op een infarct door zo gezond mogelijk te leven: niet roken, verantwoord eten en veel bewegen. Heb je klachten, wees er dan zo vroeg mogelijk bij. En wees gerust: af en toe een steek op de borst is meestal géén teken van een infarct."