Regelt vochtbalans en bloeddruk
Het zit bijna overal in en je moet oppassen dat je er niet te veel van binnenkrijgt: natrium. Dit mineraal is een van de twee componenten van keukenzout. Waarom heb je het nodig, maar is een overschot tegelijkertijd ongezond?
In de praktijk worden de termen natrium en zout nog wel eens door elkaar gebruikt, maar het is niet hetzelfde. De scheikundige naam van keukenzout is natriumchloride, het bestaat namelijks naast natrium ook uit chloride. 1 gram keukenzout staat gelijk aan 0,4 gram natrium.
Waar zit het in?
Natrium zit van nature in allerlei voedingsmiddelen. Bovendien voegen fabrikanten aan veel producten zout toe. Het versterkt namelijk smaken en maakt eten langer houdbaar. Soms is zout nodig voor de bereiding van een product of om iets de juiste structuur te geven. Vooral in kant-en-klare maaltijden, soepen en sausjes zit heel veel zout. Het wordt zelfs toegevoegd aan etenswaren die helemaal niet zout smaken, zoals koekjes.
Natrium zit daarnaast in bakpoeder, vetsin, natriumbezoaat (een conserveermiddel) en natriumfosfaten (stabilisatoren).
Bovendien krijg je natrium binnen via het zout dat je zelf aan tafel of tijdens het koken op je eten strooit. De grootste hoeveelheid zout – zo’n 80 procent – consumeer je via producten uit de winkel of horeca. De overige 20 procent komt uit je eigen zoutvaatje.
Vochthuishouding
Je hebt natrium nodig voor een goede vochthuishouding en werking van je spier- en zenuwcellen. Er is geen aanbevolen dagelijkse hoeveelheid, maar volgens het Institute of Medicine is dagelijks 1,5 gram natrium voor volwassenen voldoende.
Je hoeft niet op te letten of je wel voldoende natrium binnenkrijgt: er zit zo veel zout in ons eten dat een tekort in Nederland zelden voorkomt. Bij topsporters of mensen die extreem veel transpireren kan zich wel een tekort voordoen, omdat ze via hun zweet natrium kwijtraken. Ook diarree kan leiden tot een tekort aan zout. Hierdoor krijg je uitdrogingsverschijnselen.
Hoge bloeddruk
Te veel natrium binnenkrijgen is ongezond. Het belast de nieren en het hart en het vergroot het risico op:
Zeker mensen die al een hoge bloeddruk hebben, moeten oppassen met zout. De Gezondheidsraad adviseert alle volwassenen de zoutinname te beperken tot 6 gram per dag, oftewel 2,4 gram natrium. Jonge kinderen mogen nog minder zout. Voeg daarom liever geen zout toe aan babyvoeding of het eten van je kinderen, zo wennen zo ook niet aan een zoute smaak.
In de tabel staan de maximale hoeveelheden die bepaalde leeftijdsgroepen binnen mogen krijgen. Dit zijn bovengrenzen, minder zout eten mag uiteraard ook.
Leeftijd | Maximale hoeveelheid natrium | Maximale hoeveelheid zout |
---|---|---|
0 - 6 maanden | Minder dan 0,4 gram | Minder dan 1 gram |
7 - 12 maanden | 0,4 | 1 |
1 - 3 jaar | 1,2 | 3 |
4 - 6 jaar | 1,6 | 4 |
7 - 10 jaar | 2 | 5 |
11 jaar en ouder | 2,4 | 6 |
- Voedingscentrum
- Vitamine Informatie Bureau