Experts aan het woord over Q-koorts

Q-koorts van alle kanten bekeken

Getty Images

Het aantal gevallen van Q-koorts neemt toe. Waarom is er zo weinig over bekend en wat wordt er op dit moment aan gedaan? Peter de Leeuw, chief veterinary officer bij het Ministerie van Landbouw, Peter Schneeberger, microbioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis, en Toon van Hoof, LTO bestuurder, geven antwoord.

Peter de Leeuw, chief veterinary officer bij het Ministerie van Landbouw: "We moeten nu aan de slag."

"De Mexicaanse griep krijgt veel aandacht, omdat het aantal gevallen wereldwijd explosief kan stijgen. Q-koorts komt ook overal in de wereld voor, maar voornamelijk bij dieren. Dat er in Nederland een recordaantal gevallen van mensen met Q-koorts is, is opvallend."

"Er zijn twee theorieën. De eerste is dat men denkt dat de snelle opbouw van het aantal professionele en grootschalige melkgeiten- en melkschapenhouderijen een rol speelt. De dieren worden vaak gehouden in een zogenaamde potstal. Dat is een diervriendelijke methode, die veel meer stofvorming veroorzaakt. Stof wordt gezien als een belangrijke factor bij de verspreiding van de Q-koortsbacterie. Het stof kan verwaaien en ook met het mestuitrijden kan stof vrijkomen. Vooral bij een abortus of vroeggeboorte ontstaat er veel smetstof die in en op de mest terechtkomt en zich met het stof verspreidt."

"De andere theorie is dat de smetstof zelf veranderd is en agressiever geworden is. Maar hoe het allemaal precies zit, weten we niet. We moeten letterlijk kennis en ervaring gaan opbouwen over de verspreiding en bestrijding van de ziekte. Op dit moment wordt met nieuwe technieken veel onderzoek gedaan om Q-koorts in kaart te brengen, maar het is een lastige bacterie om mee te werken in het laboratorium."

"De nu gevalideerde PCR-test toont de bacterie bij dieren aan, waardoor we besmette en niet besmette bedrijven kunnen onderscheiden. De namen van de besmette boerderijen maken we niet bekend om onnodige stigmatisering te voorkomen. Het voegt niets toe, omdat er ook besmet stof in de wijde omgeving, of zelfs in de regio, aanwezig is. De GGD en de burgemeesters van de betreffende gemeenten weten wel om welke bedrijven het gaat en huisartsen in de omgeving worden geattendeerd op de mogelijkheid van Q-koorts."

"Een veehouder kan er niets aan doen dat zijn dieren besmet zijn en zal er alles aan doen om het te bestrijden, zodra daartoe mogelijkheden zijn. Wie een besmette veestapel heeft, moet een saneringsplan maken en wordt gecontroleerd op de uitvoering: de aanvoer van besmette dieren is verboden, vaccinatie van dieren is verplicht en men moet maatregelen nemen in verband met hygiëne en mest. Het is niet nodig om besmette dieren af te maken, omdat na verloop van tijd de uitscheiding van de bacterie steeds minder wordt."

"Momenteel is er maar één fabrikant die een Q-koortsvaccin levert, maar volgend jaar zijn er meer vaccins beschikbaar en kan op uitgebreidere schaal gevaccineerd worden. Het lastige is dat er voor deze ziekte geen Europese regels zijn. Noch voor de bestrijding bij dieren, noch bij mensen. Ook is er in het buitenland geen kennis en ervaring te halen over een uitbraak van Q-koorts op deze schaal. Daarom moeten we snel handelen en is er veel en intensief contact, overleg en samenwerking tussen de ministers en deskundigen van de ministeries van Landbouw en Volksgezondheid."

"Al doende leren we. Er is geen tijd om alles rustig uit te werken en te bevestigen via praktijkonderzoek. We nemen nu maatregelen en stellen die werkende weg bij, op grond van de opgedane ervaringen of wanneer er nieuwe technische mogelijkheden beschikbaar komen."
Meer informatie: www.minlnv.nl

Peter Schneeberger, microbioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in 's Hertogenbosch: "Er had vorig jaar al onderzoek naar Q-koorts moeten komen."
"Het aantal gevallen van Q-koorts is vooral in Brabant erg hoog. Hoe dat precies komt, is niet bekend. Het hangt waarschijnlijk samen met het hoge aantal geiten- en schapenhouders in de regio. Daarom heeft ons ziekenhuis sinds kort een speciale poli ingericht voor patiënten met chronische Q-koorts. Huisartsen en specialisten kunnen mensen, van wie ze vermoeden dat ze de chronische variant van Q-koorts hebben, naar de poli doorverwijzen."

"De symptomen zijn nu in kaart gebracht en worden door de huisartsen ook steeds beter herkend. Ook ontwikkelden we in samenwerking met het ziekenhuis in Nieuwegein een test, waarmee Q-koorts in een eerder stadium aangetoond kan worden. In 2007 waren er 100 gevallen van Q-koorts, in 2008 al 1000, en dit jaar zijn er al meer dan 2000 mensen besmet met deze bacterie."

"Je verwacht het niet, maar ondanks dat de Q-koorts vervelende gevolgen kan hebben voor mensen, die al een ziekte of aandoening hebben, is er nog betrekkelijk weinig over de ziekte bekend. Dat we nog niet alle ins en outs kennen, komt doordat er nog vrijwel geen onderzoek naar is gedaan. De ministeries van Landbouw en Gezondheid hadden dat vorig jaar al moeten oppakken, toen het aantal besmettingen toenam. We hebben toen zelf ook ondersteuning voor onderzoek aangevraagd, maar dat is afgewezen. Juist omdat er al zoveel patiëntenmateriaal was, denk ik dat we het best wat steviger hadden kunnen aanpakken, door bijvoorbeeld een taskforce op te richten om meer over de ziekte te leren. Het is een gemiste kans."

"Het gevolg is dat we nu, tijdens deze nog grotere uitbraak, alle zeilen moeten bijzetten om de ziekte te bestrijden en weinig capaciteit hebben voor onderzoek. Gelukkig krijgen we wel steeds meer inzicht in de diagnostiek en behandeling van patiënten. Ook de maatregelen van het Ministerie van Landbouw om de ziekte bij dieren te bestrijden, gaan er steeds beter uitzien."

"Ziekten die van dier op mens worden overgedragen, zijn niet nieuw. Denk aan vogelgriep en MRSA. Daar moeten we van leren en onze kennis vergroten. De Q-koorts bacterie is een gevaarlijke bacterie en vereist onderzoek in veilige omstandigheden. Gelukkig is het RIVM gestart met onderzoek naar mogelijkheden om de bacterie te typeren. Het effect van vaccinaties wordt onderzocht. Ik pleit ervoor om nu al te anticiperen op 2010. We moeten meer maatregelen nemen om juist bij intensieve veeteelt de overdracht van ziekten naar de mens zo klein mogelijk te maken. Hoe meer we weten, hoe beter."
Meer informatie: www.jeroenboschziekenhuis.nl

LTO bestuurder Toon van Hoof: "We moeten ons bewust zijn van onze verantwoordelijkheid."
"We hebben in Nederland een unieke situatie als het gaat om het aantal gevallen van Q-koorts bij mensen. Toch is de ziekte niet nieuw. Al in 1930 komt Q-koorts in de literatuur voor. Toen zagen we het vooral bij schapenhouders in Australië."

"Waarom het nu juist in Nederland zo heftig is? Wetenschappers onderzoeken dat volop, omdat we nog niet voor 100 procent zeker weten wat de oorzaak is. We weten wel dat het voorkomt op intensieve melkgeitenboerderijen. Maar niet alleen de dieren zijn besmet. Ook in de omgeving van de boerderijen vinden besmettingen plaats. Het kan dus zijn dat de ziekte zowel wordt overgebracht door diercontact, als via stof in de lucht. Dat is een theorie waar ook nog geen echt harde bewijzen voor zijn. Vandaar die onderzoeken."

"Vanwege die besmetting bij mensen kondigden de ministeries van Volksgezondheid en Landbouw, naast de al bestaande maatregelen als vaccinatieplicht en het hygiëneprotocol, nog meer maatregelen aan. We wachten nu met smart tot de Gezondheidsdienst en het Centraal Veterinair Instituut daarmee aan de slag gaan."

"Het LTO is al langer actief met de bestrijding bezig. Eén van onze initiatieven is het oprichten van het 'Adviesteam Q-koorts', waarin vertegenwoordigers van diverse overlegorganen intensief met elkaar overleggen. Ook financierden en verrichten we een paar jaar geleden al onderzoeken naar Q-koorts bij dieren en startte dit jaar een nieuw uitgebreider en landelijk onderzoek naar het voorkomen van Q-koorts bij dieren, veehouders en de directe omgeving van de bedrijven."

"Bij dat alles verliezen we de belangen van de veehouders niet uit het oog, want ook voor hen is het een hele lastige situatie. Het heeft nogal wat sociale impact, zoals een van onze leden laatst zei: "In het dorp ben ik de enige die een boerderij met geiten heeft. Iedereen fietste langs en kwam binnen. Nu denken mensen dat ze om moeten fietsen, omdat het wel eens gevaarlijk zou kunnen zijn." Dat is dus niet nodig. We kunnen niet ontkennen dat Q-koorts ergens vandaan komt, maar het is onzin om Brabant dan maar helemaal te mijden. Wel moeten risicogroepen als zwangere vrouwen en zware rokers voorzichtig zijn."

"Zeker, er worden mensen ziek, maar bij de uitbraak in Herpen bleek bijvoorbeeld dat 80 procent van de bewoners wel antistoffen had, maar niet ziek was geweest. Q-koorts is een probleem, maar niet het enige gevaar waaraan we dagelijks blootgesteld worden. Dat neemt niet weg dat LTO zich zeer bewust is van haar verantwoordelijkheid. Daarom denk ik dat lopende en nieuwe onderzoeken met grote vaart uitgevoerd moeten worden. We moeten resultaten hebben, zodat we de met de juiste aanpak en strategie de Q-koorts kunnen bestrijden."
Meer informatie: www.lto.nl