Droge ogen: oorzaken en symptomen

keratoconjunctivitis sicca geeft allerlei klachten

Vrouw druppelt kunsttranen in haar droge ogen
Getty Images

Droge ogen geven allerlei klachten. Denk aan jeuk, pijn, roodheid en - tegenstrijdig genoeg - tranende ogen. Dit heeft alles te maken met je traanvocht. Verdampt je traanvocht te snel, maak je er te weinig van aan of produceer je onvoldoende van één van de drie bestanddelen, dan krijg je droge ogen. Dit kan verschillende oorzaken hebben.

Droge ogen zijn niet prettig. Ze gaan gepaard met allerlei klachten: jeuk, pijn, steken, roodheid, irritatie, druk, branderigheid. Je kunt ook gevoeliger zijn voor licht, wazig zien en ’s morgen bij het opstaan vastgeplakte oogleden hebben. In medische termen noem je droge ogen keratoconjunctivitis sicca. Het probleem komt vaak voor bij contactlensdragers, maar ook bij mensen die veel beeldschermwerk doen en vrouwen in de overgang.  Er zijn verschillende vormen:

Symptomen van droge ogen

  • Branderig gevoel
  • Vermoeide ogen
  • Stekend gevoel (alsof er iets in het oog zit)
  • Zanderig of korrelig gevoel
  • Jeukende ogen
  • Een drukkend gevoel
  • Last van licht (fotofobie), bijvoorbeeld van de koplampen van een auto
  • Vastklevende, vastgeplakte oogleden, met name bij het opstaan
  • Een wisselend gezichtsvermogen: bij een aantal keren knipperen wordt het zien tijdelijk beter. Hierdoor kan het aanmeten van een bril minder nauwkeurig zijn en wisselende sterkten geven
  • Last bij het lezen of computerwerk: je ogen 'vallen dicht'
  • Het wordt erger in rokerige ruimten of als er airconditioning is
  • Problemen met dragen van contactlenzen
  • Tranende ogen

Tranende ogen bij droge ogen?

Huh? Tranende ogen? Ja, het lijkt misschien onlogisch, maar mensen met droge ogen krijgen vaak ook te maken met tranende ogen. Het overmatig tranen is een gevolg van irritatie, bijvoorbeeld door fietsen in de wind, waardoor de traanklier als reactie hierop juist extra tranen gaat aanmaken. Dit zijn reflextranen, ook wel neptranen of pseudo-tranen genoemd. Deze tranen hebben een andere samenstelling dan je traanvocht en blijven niet op het oog liggen. Ze helpen dus niet om het oog te bevochtigen, maar lopen meteen over je wangen. Mensen met klachten van tranende ogen hebben meestal dus juist droge ogen.

Lees ook: 5 vragen over droge ogen

komen droge ogen vaak voor?

Van de mensen tussen de  40-50 jaar heeft 4-10 procent vaak of constant droge ogen. Voor mensen boven de 65 jaar geldt dit voor 10-15 procent. Het risico op ernstige droge ogen is afhankelijk van onder andere:

  • Geslacht. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat vrouwen vaker last van droge ogen hebben dan mannen. 
  • Leeftijd. Voor zowel mannen als vrouwen wordt het risico op droge ogen groter bij het ouder worden. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen zijn de talgklieren, de hormonale huishouding en de hoornvliesgevoeligheid. 
  • Medicatie. Bepaalde medicijnen geven eerder klachten, zoals middelen tegen hoge bloeddruk, antidepressiva, diuretica (plaspillen) en sommige orale anticonceptie.
  • Omgeving: een erg droge omgeving zorgt ervoor dat je eerder last van droge ogen krijgt.
  • Beeldschermwerk: langdurig achter een beeldscherm werken, is een risicofactor voor droge ogen.
  • Contactlenzen. Het dragen van contactlenzen, vaak in combinatie met intensief beeldschermgebruik, geeft een vier keer zo groot risico op droge ogen.
  • Dieet. Te weinig vitamine A of omega-3-vetzuren.
  • Andere aandoeningen, zoals auto-immuunziekten.

Hoe ontstaan droge ogen?

Hoe kom je aan droge ogen? De ogen hebben een vochtige beschermlaag nodig tegen uitdroging van het hoornvlies, tegen vuiltjes en om scherp te kunnen zien. Dit traanlaagje wordt aangemaakt door het slijmvlies van het oog (conjunctiva, het witte deel van het oog) en de traanklier. Elke keer als je knippert (na 20-30 seconden), verdelen je oogleden het over je oog, zodat er een dun laagje ontstaat: het traanfilm.

Dit traanfilm bestaat uit drie bestanddelen die elk hun eigen functie hebben. Van buitenaf gezien eerst een olieachtige laag (0.5 procent), die snelle verdamping van je traanvocht voorkomt. Dan volgt er een waterachtige laag (95 procent) die het oog schoonspoelt. Daaronder bevindt zich een slijmachtige laag (4.5 procent) die zorgt voor een gelijkmatige verdeling van de waterachtige laag.

​Te weinig goed traanvocht

Verdampt je traanvocht te snel, maak je er te weinig van aan of produceer je onvoldoende van één van de drie bestanddelen, dan krijg je droge ogen. Dit kan verschillende oorzaken hebben, waaronder:

  • Slecht functionerende talgkliertjes als gevolg van ouderdom, contactlenzen dragen, een ooglidrandontsteking of een andere ooglidafwijking.
  • Een bindvliesaandoening, oogziekte of vitamine A-gebrek, waardoor je te weinig van het slijmachtige laagje aanmaakt.
  • Medicatie (bijvoorbeeld orale anticonceptie) en hormonale veranderingen zoals de overgang kunnen ervoor zorgen dat je minder traanvocht produceert.
  • Een aandoening van de traanklier of een afweerreactie tegen de traanklier, bijvoorbeeld het syndroom van Sjögren, die de productie van traanvocht vermindert.
  • Te weinig of niet goed genoeg knipperen. Dat gebeurt bij veel mensen automatisch als ze lezen of computeren.
  • Met halfopen ogen slapen. Als je vooral na het slapen last hebt, vraag dan aan je partner of iemand die je ziet slapen of je je ogen wel goed sluit bij het slapen.
  • Bepaalde omgevingsfactoren, bijvoorbeeld een droge lucht door verwarming of airconditioning, rook, stof, contactlenzen, fietsen in de wind.
  • Diabetici, ouderen en mensen die een laserbehandeling hebben ondergaan, krijgen ook vaker droge ogen.
  • Teveel lezen kan droge ogen veroorzaken.
  • Onregelmatigheden van het oogoppervlak veroorzaken ook droge ogen. Er kunnen op het hoornvlies- of bindvliesoppervlak plaatselijke onregelmatigheden zitten waardoor de traanfilm tijdens een knipperslag bepaalde delen van het oogoppervlak niet goed bevochtigd. Voorbeelden zijn bindvlieszwellingen (na operaties, littekens, pterygium - als het slijmvlies in een driehoekige vorm over het hoornvlies groeit- of littekens) of onregelmatigheden van het hoornvlies (map-dot- fingerprint dystrofie; de meest voorkomende hoornvliesdystrofie).

​Voorkom irritatie

Is er een aanwijsbare oorzaak voor de droge ogen, zoals een aandoening of oogontsteking, dan moet die eerst aangepakt worden. Vaak is niet duidelijk waardoor je droge ogen hebt. Dan is de behandeling gericht op het verlichten van de symptomen.

Zorg ervoor dat je genoeg knippert en de luchtvochtigheid in huis op peil blijft, eventueel met behulp van een luchtbevochtiger of bakjes water aan de radiatoren. Probeer airco’s en blowers te vermijden en wrijf niet in je ogen. Op de fiets of als het waait een goed afsluitende bril dragen, kan voorkomen dat de tranen over je wangen biggelen. Eet bovendien gezond en gevarieerd. Visolie, olijfolie, groente, fruit, noten, granen en zaden zijn goede bronnen van omega-3-vetzuren. Vitamine A komt voor in lever, vis, melkproducten, boter, margarine en eidooier. Het zit ook in bladgroenten, koolsoorten en geeloranje gekleurde groenten en fruit.

Kunsttranen

Ook zogenoemde 'kunsttranen' kunnen helpen, oftewel traanvervangers. Ze zijn er in de vorm van druppels, gel of zalf. De huisarts kan ze voorschrijven, maar je kunt ze ook in de drogisterij of apotheek vinden. Er zijn varianten met conserveermiddel en zonder. Sommige gebruikers krijgen namelijk juist geïrriteerde ogen van conserveermiddelen. Bepaalde conserveermiddelen gaan niet goed samen met contactlenzen, let dus op de samenstelling als je lenzen draagt.

In ernstigere gevallen kan een oogarts voorstellen prednisonachtige oogdruppels te proberen. Ook wordt soms cyclosporine oogdruppels voorgeschreven. In principe wordt dit dan kortdurend gebruikt om ontstekingsfactoren te verminderen. Bij ernstige droge ogen worden ook weleens autologe serumdruppels gebruikt.  .

Gaan droge ogen vanzelf over?

Droge ogen is meestal een chronische aandoening. Wel kan de ernst ervan wisselen. Kunsttranen verzachten de klachten, maar genezen de onderliggende aandoening meestal niet.

Auteur 
Bron 
  • Nederlands Huisartsen Genootschap
  • Radboudumc
  • WebMD
  • Oogartsen