BAARN - Langdurig van dichtbij kijken naar 3D-beelden blijkt zeer vermoeiend voor de ogen. Geïrriteerde ogen, vermoeidheid en hoofdpijn vormen een belangrijk obstakel voor brede toepassing van 3D-technologie in bijvoorbeeld smartphones, zo blijkt uit Amerikaans onderzoek.
Het probleem van dichtbij kijken naar 3D-beelden is dat de ogen op een ander punt moeten scherpstellen dan dat waarop zij zich richten. Dit concludeert Martin Banks, hoogleraar optometrie van de universiteit van Berkeley. Hij publiceerde de resultaten in de Journal of Vision.
Ongebruikelijke oogreactie
Ogen stellen zich in normale situaties scherp op het punt waarop ze zich richten. Bij het bekijken van 3D moeten de ogen op het scherm scherpstellen want daar komt het licht vandaan, maar tegelijk moeten zij zich richten op het punt waar het onderwerp zich bevindt, en dat kan voor of achter het scherm zijn. Geïrriteerde ogen, vermoeidheid en hoofdpijn zijn het gevolg.
Bij het gebruik van 3D-technologie op korte afstand, bij 3D-smartphones en bijvoorbeeld gameconsoles, doen de problemen zich voor wanneer het onderwerp uit het toestel naar de gebruiker komt.
Richtlijnen
Banks gebruikte voor zijn onderzoek 24 testpersonen. Bij verder onderzoek wil hij niet alleen een grotere groep proefpersonen gebruiken, maar ook van verschillende leeftijden.
De hoogleraar pleit bovendien voor richtlijnen voor het gebruik van 3D-monitoren en voor de producenten van content voor deze apparatuur. Zij zouden zich moeten beperken tot nog vast te stellen grenswaarden voor de afstand die een onderwerp uit het scherm mag komen.
- Automatiseringsgids