Feiten op een rij
Ruim de helft (57 procent) van alle vrouwen tussen de 30 en 65 jaar blijkt wel eens last te hebben gehad van ongewenst urineverlies. Hoe kijken vrouwen aan tegen dit probleem? Weten ze eigenlijk wel wat ze eraan kunnen doen?
Niezen, lachen, iets zwaars optillen of je plas nog even moeten ophouden; allemaal heel ongemakkelijk als dat leidt tot ongewenst urineverlies. Een groot onderzoek over urineverlies onder ruim 2500 Nederlandse en Belgische vrouwen leidde tot opvallende resultaten.
Ook jongere vrouw
De kans dat je je plas soms niet kunt ophouden, neemt toe als je ouder wordt. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat al bijna de helft van de dertigers (49 procent) hier last van heeft gehad. Rond de zwangerschap heeft bijvoorbeeld één op de drie vrouwen last van ongewenst urineverlies.
Verreweg de meeste vrouwen hebben last van stressincontinentie; bij inspanning gaat de druk op de blaas omhoog, waardoor je wat druppels of wat meer urine verliest.
Stressincontinentie wordt vaak veroorzaakt door verzwakte bekkenbodemspieren als gevolg van zwangerschap, menopauze en overmatige inspanning. Van de vrouwen die er nu geen last van heeft, vreest een derde dat in de toekomst wel te krijgen.
Nog steeds een taboe
Vrouwen praten niet gemakkelijk over urine-incontinentie, dat wordt in het onderzoek bevestigd. Ongewenst urineverlies is nog steeds een taboe. Een kwart van de vrouwen blijkt hier zelfs met niemand over te praten. Daarnaast wordt er door de meeste vrouwen hooguit met vertrouwde mensen gesproken over urineverlies, zoals de eigen partner (37 procent), een goede vriendin (35 procent) of een arts (30 procent).
Meer voorlichting gewenst
Dat er te weinig over gepraat wordt, blijkt nog eens uit het feit dat 46 procent van de vrouwen ongewenst urine verliezen, niet weten wat ze eraan moeten doen.
Verder vertelt een derde dat ze het (mede) proberen op te lossen met 'streepjesplassen' (het plassen bewust onderbreken). Deze oefening heeft echter het omgekeerde effect. Eén op de drie vrouwen is dan ook van mening dat er onvoldoende voorlichting wordt gegeven.
Bekkenbodem oefenen
Meer dan de helft van de vrouwen, ook degenen die geen probleem met urineverlies hebben, doen bekkenbodemspieroefeningen. De beweegredenen daarvoor verschillen. Velen doen dit om te herstellen van een zwangerschap en bevalling en/of bekkeninstabiliteit, tegen rugklachten of voor een betere houding.
Bij de vrouwen met incontinentie is het echter in 70 procent van de gevallen dé reden om oefeningen te doen. Daarnaast zien 40 procent van alle vrouwen het als een manier om (nog meer) narigheid door urineverlies te voorkomen. Een klein deel denkt dat het meer seksueel genot oplevert. Als vrouwen bekkenbodemspieroefeningen doen, doet een derde dit dagelijks. Bij oudere vrouwen is dit de helft. 40 procent daarvan rekent ook de (verkeerde) oefening van het plassen onderbreken hiertoe. Verreweg de meeste vrouwen (80 procent) trainen regelmatig de spieren rond plasbuis, anus en vagina.
Stressincontinentie verdwijnt bij de meeste vrouwen helemaal door de juiste bekkenbodemspieroefeningen te doen.
De helft van ondervraagde vrouwen geeft de volgende motivaties om deze oefeningen te willen doen:
- Verhelpen en voorkomen van urineverlies (meer dan de helft).
- Plattere buik (ongeveer de helft).
- Verminderen en voorkomen van gewrichts- en rugpijn (45 procent).
- Een betere houding (ongeveer een derde).
- Soepeler bewegen (belangrijker bij boven de 40 jaar).
- Meer seksueel genot (10 procent).