GRONINGEN - Met aanpassingen op de werkplek kunnen artrosepatiënten gewoon aan het werk blijven en is er geen sprake van een verminderde arbeidsparticipatie. Dit blijkt uit promotie-onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen van bewegingswetenschapper André Bieleman.
Bieleman onderzocht de invloed van de vroege fase van artrose op arbeidsparticipatie. Hij volgde hiervoor twee jaar lang 1002 deelnemers in de leeftijd tussen 45 en 65 jaar, die meededen met het Cohort Heup En Cohort Knie (CHECK).
Uit zijn onderzoek blijkt dat mensen met artrose niet vaker ziek zijn dan de rest van de Nederlandse bevolking. Ongeveer 11 procent van de deelnemers gaf aan te hebben verzuimd in het voorafgaande jaar.
Maar zij functioneren wel slechter dan gezonde werkende personen. Een behoorlijk deel van de vrouwen heeft zelfs een functionele capaciteit die onvoldoende is om fysiek licht werk uit te voeren.
Aanpassingen
In twee jaar tijd waren er steeds meer mensen die hun werk aanpasten vanwege hun klachten. Van 14 procent bij het begin van de klachten tot 20 procent bij de meting na 2 jaar. Maar nog veel meer mensen geven aan dat zij hun werk willen aanpassen. Maar slechts een paar personen ondernamen actie en bezochten hiervoor een bedrijfsarts.
Bieleman meent dat er meer kans is dat mensen gewoon aan het werk blijven wanneer de werksituatie wordt aangepast op wat artrosepatiënten kunnen en willen doen binnen hun baan. Hij vindt daarom dat de patiënt het vaker met zijn zorgverleners moet hebben over de werksituatie.
Artrose
Artrose is een chronische aandoening van het gewrichtskraakbeen tussen de botten en wervels. Geleidelijk is duidelijk geworden dat veel mensen met artrose jonger zijn dan 65 jaar en nog betaald werk verrichten. Hun fysieke functioneren en hun arbeidsparticipatie kunnen gehinderd worden door de aandoening.
- Rijksuniversiteit Groningen