Wat is (extreem) overgewicht?
Veel mensen hebben te maken met overgewicht: zij hebben te veel lichaamsvet en zijn te zwaar voor hun lengte. Dit brengt allerlei gezondheidsproblemen met zich mee, zoals kanker, gewrichtsproblemen en hart- en vaatziekten. Welke mensen hebben een hoger risico op overgewicht en hoe krijg je een gezond gewicht?
Wat is overgewicht?
Wanneer je overgewicht hebt, ben je te zwaar ten opzichte van je lengte en heb je te veel lichaamsvet. Dit is niet goed voor je gezondheid. Bij ernstig overgewicht spreken artsen van obesitas.
Je kunt op verschillende manieren bepalen of je te zwaar bent. De meest gebruikte manieren zijn het meten van je body mass index (BMI) en je middelomtrek.
Met de BMI bepaal je de verhouding tussen je gewicht en je lengte. Je deelt je gewicht in kilogram door je lengte in centimeters in het kwadraat (kg/cm2). Bij een gezond gewicht ligt je BMI tussen de 18,5 en 25 kg/cm2. Bij een BMI onder de 18,5 kg/cm2 heb je ondergewicht. Bij een BMI tussen de 25 en 30 kg/cm2 heb je overgewicht en bij een BMI boven de 30 kg/cm2 heb je obesitas.
Je middelomtrek meet je staand, na de uitademing. Meet met een meetlint om het smalste deel van je middel (taille), tussen je bekken en je onderste rib. Bij een gezond gewicht is je middelomtrek tussen de 79 en 94 centimeter voor mannen en tussen de 68 en 80 centimeter voor vrouwen. Bij een kleinere middelomtrek heb je ondergewicht. Je hebt overgewicht bij een middelomtrek tussen de 94 en 102 centimeter (mannen) of tussen de 80 en 88 centimeter (vrouwen). Bij een grotere middelomtrek heb je obesitas.
Oorzaken
Bij overgewicht en obesitas slaat je lichaam te veel vet op, waardoor je zwaarder wordt. Er is een verstoorde balans tussen de hoeveelheid energie die je binnenkrijgt en de hoeveelheid energie die je verbruikt: je krijgt meer calorieën binnen dan je gebruikt en slaat het overschot op als vet.
De belangrijkste oorzaak voor overgewicht en obesitas is te veel eten en te weinig bewegen. Veel mensen eten te veel en ongezond, met veel energierijke voeding als onverzadigd vet, suiker en alcohol. Bovendien bewegen veel mensen te weinig doordat ze veel stil zitten en weinig sporten door bijvoorbeeld geen zin, tijdgebrek of een ziekte.
Meestal speelt een combinatie van factoren een rol bij het ontstaan van overgewicht. Het eet- en bewegingspatroon dat je hebt aangeleerd, het gedrag van de mensen om je heen en de aanwezigheid van ongezond eten in de buurt hebben invloed op je eigen voedingsgewoontes en beweeggedrag. Psychologische factoren als stress en angst kunnen leiden tot ‘emotie-eten’, waarbij je makkelijk te veel calorieën binnenkrijgt. Ook biologische factoren als erfelijke aanleg en ziektes kunnen een rol spelen.
Symptomen
Wanneer je te zwaar bent, kun je dat zien aan je lichaam. Je vet kan op verschillende plaatsen worden opgeslagen, vaak op je buik, heupen en bovenbenen. Dit kan leiden tot huidproblemen. Bewegen kost meer moeite. Je raakt sneller buiten adem, zweet meer en bent sneller moe.
Overgewicht verhoogt het risico op allerlei andere ziektes:
- psychische problemen zoals depressie
- suikerziekte (diabetes mellitus)
- hoge bloeddruk
- verhoogd cholesterol
- hart- en vaatziekten
- kanker (onder andere borstkanker, dikkedarmkanker, slokdarmkanker, nierkanker, baarmoederkanker, eierstokkanker, nierkanker en alvleesklierkanker)
- gewrichtsproblemen
- ademhalingsproblemen, zoals kortademigheid en herhaaldelijk stoppen met ademen in de slaap (slaapapneu)
- galstenen
- verminderde vruchtbaarheid
Diagnose
Heb je overgewicht? Probeer dan zelf af te vallen door gezonder te eten en meer te bewegen. Eventueel kan een gewichtsconsulent je daarbij helpen. Heb je obesitas? Ga dan naar je huisarts. Meestal werkt professionele begeleiding door een arts en/of diëtist het beste om gewicht te verliezen en zo je gezondheid te verbeteren.
Je huisarts vraagt naar je voedingsgewoonten en beweging. Hij of zij bespreekt welke factoren er mogelijk bijdragen aan je gewichtsproblemen. Je huisarts doet ook lichamelijk onderzoek, zoals het meten van je lengte, gewicht en bloeddruk. Soms is extra onderzoek nodig, zoals bloedonderzoek, om te bepalen of je nog andere risicofactoren hebt voor hart- en vaatziekten.
Wanneer je huisarts vermoedt dat bepaalde ziektes de oorzaak zijn voor je overgewicht, kan hij of zij je verwijzen naar een medisch specialist voor verder onderzoek en behandeling.
Risicofactoren
Verschillende factoren verhogen het risico op overgewicht:
- ongezond voedingspatroon met veel suiker, vet en/of alcohol
- weinig beweging: zittend beroep, veel autorijden, weinig sporten
- stress
- psychische ziektes als depressie, angststoornissen en eetstoornissen
- hogere leeftijd
- verandering van leefstijl, zoals gaan samenwonen, werkeloosheid en met pensioen gaan
- stoppen met roken
- hormoonstoornissen
- ziektes die het moeilijk maken om te bewegen, zoals spier- en gewrichtsproblemen
- medicijnen, bijvoorbeeld antidepressiva
- zwangerschap
- geen borstvoeding geven
Erfelijke factoren spelen slechts een kleine rol bij overgewicht. Overgewicht komt vaak voor in families, maar dat komt meestal doordat familieleden vergelijkbare leefgewoontes hebben.
Behandeling
De behandeling van overgewicht en obesitas bestaat uit meer bewegen en gezonder eten. Kies voor een gezond eetpatroon met veel groente, fruit en volkorenproducten. Vermijd verzadigd vet, suiker en alcohol. Eet op regelmatige tijden, bij voorkeur om de drie uur, zes tot zeven keer per dag. Zo voorkom je dat je honger krijgt en ongezonde tussendoortjes gaat eten. Een gewichtsconsulent of diëtist kan je daarbij helpen. Zo nodig kan een fysiotherapeut je ondersteunen bij het bewegen. Een psycholoog kan je helpen om beter om te gaan met psychologische problemen die bijdragen aan het overgewicht.
Artsen raden afslankmedicijnen en diëten waarbij je jezelf uithongert af. Ze kunnen gevaarlijk zijn en werken meestal averechts: je valt eerst af, maar komt extra aan wanneer je weer gaat eten.
Bij ernstige obesitas kun je een maagverkleining overwegen, wanneer je met een dieet en veel bewegen niet afvalt.
Prognose
Gewichtsverlies gaat vaak geleidelijk, door het volhouden van gezonde eetgewoontes en regelmatig intensief bewegen. Je voelt je fitter en verlaagt je risico op andere ziektes, soms zelfs zoveel dat je daarvoor geen behandeling meer nodig hebt.
Na een maagverkleining verliezen de meeste mensen ongeveer 35 tot 40 procent van hun lichaamsgewicht. Een jaar na de operatie is de gemiddelde BMI ongeveer 30–32.
- Nederlands Huisartsen Genootschap
- Voedingscentrum