Training voor kinderen met overgewicht

Doordat kinderen verkeerd eten en te weinig bewegen, raken ze uit balans. Ze nemen meer energie (kilocalorieën) tot zich dan dat ze verbruiken. Daardoor worden kinderen dikker. Fysiotherapeute en haptotherapeute Marie-Louise van Heijst startte samen met diëtiste Annette Broekman de bewegingstraining Happie Kids, met educatie voor basisschoolkinderen met overgewicht en hun ouders.

Boterhammen knutselen

Stel je gaat met samen met je kind zijn overgewicht aanpakken met een programma als Happie Kids, wat staat je dan te wachten? "We beginnen met een intakegesprek", legt Annette uit. "Om de conditie van je kind te bepalen, wordt vervolgens een test afgenomen. Daarna gaan we echt aan de slag."

"Gedurende een periode van 10 weken worden jij en je kind intensief begeleid door een diëtiste en een fysiotherapeut. De bewegingslessen voor je kind vinden twee keer per week na schooltijd plaats in een groep van minimaal zes en maximaal tien kinderen."

"Buiten deze lessen zijn er twee individuele bijeenkomsten voor jou en je kind en drie avondbijeenkomsten voor jou als ouder, waarin je leert hoe je je kind het beste kunt stimuleren. In twee extra bijeenkomsten voor de hele groep kinderen worden opdrachten uitgevoerd om de richtlijnen van gezonde voeding beter te leren kennen. Denk aan een knutselopdracht waarin gezonde boterhammen gemaakt worden."

Sportclub

"Tijdens het programma - en ook daarna - is het mogelijk extra individuele begeleiding te krijgen", vertellen de initiatiefneemsters. "We leren je als ouder verder te kijken dan alleen naar de cursus. Het is belangrijk om de verkregen resultaten te blijven vasthouden en ermee door te gaan."

"Daarom volgt je kind in de zevende week van het programma een proefles bij een sportclub naar keuze. Het is namelijk de bedoeling dat hij na de cursus doorstroomt naar een sportvereniging."

Rode bol

"De bewegingslessen bestaan uit een aantal facetten", vernemen we van Marie-Louise. "Het is eigenlijk niet zo belangrijk hoe je kind gewicht verliest. Het gaat om het verbranden. Om de conditie te verbeteren, wordt er bijvoorbeeld gerend en worden er sprintjes getrokken."

"Daarnaast doen we ook krachttraining met bijvoorbeeld kleine gewichtjes, stapbankjes en elastieken. Na elke les gaat je kind zeker met een rode bol naar buiten. Maar het voornaamste is dat je kind ervaart te mogen zijn zoals hij is en plezier heeft in het bewegen."

Voedingsdagboek

Zowel individueel als in groepsverband bespreekt diëtiste Annette met jou en je kind wat een goede voeding is. "Ik ga in eerste instantie in op de situatie zoals die is in jouw gezin. Uiteraard zorg ik er ook voor dat je een basisinzicht krijgt in gezonde voeding."

"Daarom zal ik bijvoorbeeld ook vragen of je samen met je kind een paar dagen een voedingsdagboek wilt bijhouden. Je geeft dan daarbij aan welke voedingsmiddelen in de voorkeursgroep zitten. Ook leren jij en je kind verpakkingen te lezen. En in één van de lessen gaan we ook daadwerkelijk met producten aan de slag."

Voorbeeldfunctie

Uit het verhaal van Annette en Marie-Lousie blijkt dat jouw voorbeeldfunctie als ouder erg belangrijk is als je kind moet afvallen. Het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid. Een kind heeft ondersteuning van jou nodig.

Tijdens het programma leer je samen met je gezin het belang van een gezonde voeding inzien en besef je dat gezond eten ook lekker kan zijn. Daarnaast zal je kind ervaren hoe leuk bewegen eigenlijk is. Hij is dan helemaal niet meer zo gefocust op eten, maar juist op het fijne gevoel na het bewegen.

Enkele tips

• Zorg ervoor dat je kind meer beweegt.
• Als de school dichtbij is, kan je kind er best lopend of fietsend naartoe.
• Sla geen maaltijd over, vooral het ontbijt is belangrijk.
• Geef zelf het goede voorbeeld.
• Af en toe iets lekkers mag best, maar let er wel op dat het bij een snoepje blijft en niet de hele zak.
• Geef als tussendoortje geen snoep, maar bijvoorbeeld fruit, één koekje of één rijstewafel.
• Beperk frisdrank en gezoet drinken.
• Het is verstandig om eten tijdens tv kijken en computeren te vermijden.