Kinderen die te klein of met een te laag gewicht geboren zijn, lopen een verhoogd risico om zwaar overgewicht te ontwikkelen. Dat blijkt onder meer uit promotieonderzoek van Manon Ernst van het Maastricht UMC+.
De onderzoekster ontwikkelde een predictiemodel om op vroege leeftijd het risico op overgewicht in te schatten.
De verbeterde leefomstandigheden gedurende de afgelopen decennia in de westerse samenleving hebben geleid tot een toename in lengte bij kinderen, maar ook in een toename van het gewicht. Doorgaans is er evenwicht tussen lengte en gewicht, maar vanaf de leeftjd van 5 jaar ontwikkelen steeds meer kinderen overgewicht.
Kinderen die te klein of met een te laag gewicht geboren worden, blijken op latere leeftijd nogal eens te lijden aan zwaar overgewicht. Een verklaring hiervoor is dat kinderen die in de baarmoeder aan suboptimale omstandigheden (zoals minder voeding) worden blootgesteld, hun metabolisme veranderen om zich aan te passen aan de omstandigheden van ondervoeding. Deze kinderen zijn minder goed in staat om grote hoeveelheden en energierijk voedsel te verwerken.
Waarschijnlijk hebben ze een voorgeprogrammeerd metabolisme dat zoveel mogelijk energie opslaat. Later kan dit leiden tot obesitas en het metabool syndroom, voorloper van onder meer diabetes en hart- en vaatziekten. Ernst ontwikkelde op basis van data over lengte en gewicht in een gezonde populatie een nieuw model om het risico op het ontwikkelen van obesitas bij kinderen te voorspellen. Dit model maakt een inschatting van het groeipatroon van kinderen, en is daarin nauwkeuriger dan de bestaande modellen. Indien het daadwerkelijke groeipatroon van een kind niet past in het verwachte groeipatroon, is ingrijpen nodig om eventueel overgewicht op latere leeftijd te voorkomen.
Het proces keren
Veel gezondheidsprogramma’s zijn erop gericht obesitas te verminderen door middel van dieet- en beweegadviezen. In de praktijk werken deze programma’s niet goed genoeg. De meeste kinderen worden pas bij de jeugdgezondheidszorg opgemerkt als het gewicht al buiten de gewone range valt. Als overgewicht of obesitas eenmaal aanwezig is bij kinderen, is het erg lastig het proces te keren.
Het predictiemodel van Manon Ernst kan de neiging om overgewicht te ontwikkelen, detecteren op een moment dat het kind nog een gezond gewicht heeft. Om die reden kan het model goed gebruikt worden in reguliere preventieve gezondheidsprogramma’s. Overgewicht kan het beste (op kinderleeftijd) voorkomen worden, omdat overgewicht en obesitas tot allerlei ernstige ziektes kunnen leiden. Daarmee vormt (zwaar) overgewicht een van de grootste gezondheidsproblemen van de toekomst, met alle maatschappelijke kosten van dien gezien de zorgvraag die het oproept.
- Maastricht UMC+