Waarom heb ik constant trek?
Je houdt je keurig aan de regels: drie gezonde hoofdmaaltijden en af en toe een tussendoortje. En toch heb je een schreeuwend hongergevoel. Hoe komt het toch dat je altijd trek hebt? Zeven oorzaken van honger op een rij.
Honger is een signaal van je lichaam dat het eten of drinken nodig heeft. De lichaamscellen hebben dan behoefte aan brandstof en geven een seintje aan de hersenen. Je voelt een soort samentrekking van de maag, een teken dat die leeg is en weer gevuld moet worden. Deze 'echte' honger wordt ook wel lichaamshonger of maaghonger genoemd.
Lees ook: Waarom knort je maag?
Maar heb je eigenlijk wel echte honger als je gaat eten? Als je eet terwijl je geen echte honger hebt, raakt je lichaam in de war. Het gevolg? Overgewicht, vermoeidheid en nog meer honger. De oorzaken van die drang om alles maar in je mond te proppen kunnen heel divers zijn:
1. Je eet te veel snelle koolhydraten en suiker
Taart op je werk, witbrood met hagelslag als lunch en een flinke hand drop tussendoor... Eet je vooral veel suiker, snelle koolhydraten en verzadigd vet dan is de kans op honger groter. Bovendien komt het hongergevoel sneller terug als je koek, witte pasta, snoep en witbrood eet. Eiwitten, vezels en onverzadigde vetten geven je langer een verzadigd gevoel. Kies dus liever voor voeding met vezels, volkorengranen, gezonde vetten en eiwitten. Denk aan avocado, een handje noten en fruit of een gekookt ei tussendoor.
2. Je hebt te veel stress
In eerste instantie zorgt stress voor de aanmaak van adrenaline, wat een eventueel hongervoel juist wegneemt. Maar houdt de stress aan, dan gaat je lichaam over tot de aanmaak van cortisol en later ook het hongerhormoon ghreline, met trek tot gevolg. Het weg-eten van stress kan natuurlijk ook een coping mechanisme zijn, vaak zeggen mensen dan dat ze een emotie-eter of stress-eter zijn. In dat geval kan het verstandig zijn hulp te zoeken om de stress én dat emotie-eten de baas te worden.
3. Je drinkt te weinig
Soms denk je dat je honger hebt, terwijl je eigenlijk dorst hebt. Probeer als je honger hebt tussen de maaltijden door, eerst eens een paar glazen water te drinken. Na een half uurtje nog steeds honger? Dan moet je misschien iets eten. Voordeel van die glazen water: je neigt daardoor minder naar overeten. Probeer sowieso goed op je vochtinname te letten, drink dagelijks tussen de 1,5 en 2 liter.
4. Je slaapt niet genoeg
Als je te weinig slaapt, maakt je lichaam meer aan van het hongerhormoon ghreline en juist minder van het verzadigingshormoon leptine, zo blijkt uit onderzoek. Je krijgt hierdoor sneller honger én zit minder snel vol. Bovendien reguleert het lichaam tijdens je slaap niet alleen die honger- en verzadigingshormonen, maar ook je stresshormonen. Als je onvoldoende slaapt, kan stresshormoon cortisol je lichaam minder goed verlaten, met meer honger tot gevolg.
5. Je beweegt te weinig
Weinig beweging verhoogt het risico op overeten, terwijl je - let er maar eens op - juist geen honger hebt als je aan het sporten bent. Thuis op de bank voor de tv grijp je niet naar de meest gezonde snacks. Bovendien kan te weinig beweging er voor zorgen dat je honger- en verzadigingssysteem verstoord raakt, waardoor je veel te veel eet. Als je wél beweegt, wordt het hongergevoel juist minder. Dat heeft er enerzijds mee te maken dat je hersenen je hongergevoel uitschakelen zodra je in beweging komt, een restje uit de tijd dat we moesten jagen en verzamelen om aan eten te komen. Anderzijds zijn er zijn aanwijzingen dat na een workout de aanmaak van hongerhormoon ghreline terwijl je verzadigingshormonen juist toenemen. Toch maar een blokje om, in plaats van die serie op de bank dus.
6. Je eet te snel
Het duurt zo'n 20 minuten na de laatste hap voor je lichaam een seintje krijgt dat je verzadigd bent. Wanneer je nog steeds honger hebt na het eten kan het dus zijn dat je te snel eet. Neem daarom rustig de tijd om te eten. Leg je bestek wat vaker neer, kauw goed, eet aan tafel en zet telefoon en tv uit tijdens het eten.
7. Je bloedsuikerspiegel is uit balans
Je bloedsuikerspiegel is de hoeveelheid glucose die in het bloed zit op een bepaald moment. Die glucose wordt gehaald uit het eten dat je binnenkrijgt, met name uit de koolhydraten, en wordt door je lichaam omgezet in energie. Als je bloedsuikerspiegel in balans is, voel je je goed. Maar eet je teveel en te vaak koolhydraten, dan raakt de bloedsuikerspiegel uit balans. Dat betekent dat de insuline in je lijf continu aan het werk is om de toevoer van glucose naar de bloedbaan te regelen. Na verloop van tijd wordt die insuline 'moe' en treedt er insulineresistentie op. Dan krijg je last van hoofdpijn, moeheid, hersenmist en andere klachten. Bovendien vraagt je lichaam om energie, maar komt die energie niet meer aan bij de cellen waar ze nodig is. Dit betekent dat je een constante drang om te eten voelt. Het is dan belangrijk die bloedsuikerspiegel weer in balans te krijgen, bijvoorbeeld door een koolhydraatarm dieet te volgen.
- WebMD
- gezondNU
- Healthline