4 goede redenen om te stoppen met calorieën tellen

Calorieën tellen heeft dus helemaal geen zin

Getty Images

Precies weten hoeveel calorieën er zitten in een punt appeltaart, een schaaltje magere yoghurt of een boterham met kaas, dat hoeft niet meer als je af wilt vallen. Het is hoog tijd om je te bevrijden van de focus op calorieën, want dat tellen leidt tot niets. Vier goede redenen om te stoppen met calorieën tellen.

1. Het biedt schijnzekerheid

Om bij te houden hoeveel calorieën je binnenkrijgt, gebruik je tabellen, programma’s en apps, of je kijkt naar de voedingswaardes die op de verpakking vermeld staat. Maar die hoeveelheden zijn altijd niet meer dan gemiddelden. Om te beginnen gaat het al mis met de grootte van het product: geen twee appels zijn immers even zwaar. En al die hulpmiddelen gaan uit van een gemiddelde in voedingswaarde. Een tros druiven die langer in de zon heeft gehangen, heeft meer suikers ontwikkeld dan een eerder geplukte tros. Je kunt dus nooit met zekerheid zeggen hoeveel calorieën er precies zitten in de appel, druif of aardappel die er op jouw bord ligt. Ook bij de voedingswaarde die vermeld staat op de verpakking van een product is meestal met behulp van tabellen uitgerekend hoeveel calorieën erin zitten. Gerekend met gemiddelden dus. Wanneer je precies wilt weten hoeveel calorieën ergens in zitten, is dat in een laboratorium wel te bepalen. Maar dat is omslachtig en duur. Daar komt bij dat je aan de verbruikskant ook met gemiddelden werkt. Je weet bijna nooit helemaal precies wat jouw lichaam nodig heeft. De adviezen voor hoeveel calorieën je per dag nodig hebt, zijn ook maar berekend op basis van gemiddelden. Jouw caloriebehoefte hangt af van je leeftijd, je gewicht, je lichaamssamenstelling en de mate van activiteit. En die zijn bij ieder mens weer anders.

2. Je legt de verkeerde focus

Bij calorieën tellen gaat alle aandacht naar dat getal, vaak zonder op de rest van de voeding te letten. Voeding levert namelijk veel meer dan alleen calorieën: eiwitten, vetten, vezels, vitamines, mineralen, antioxidanten. Daar moet je uiteraard ook op letten als je gezond wilt eten. Als je een dieet volgt van 1200 kcal en je hebt zin in een punt slagroomtaart, kun je die dus best nemen. Het ‘kost’ je wel (gemiddeld) 316 calorieën. Hoe lekker het ook is, zo’n slagroomtaart bevat weinig andere voedingstoffen dan suikers en ongezonde verzadigde vetten. Dit betekent dat je in de resterende circa 900 kilocalorieën ervoor moet zorgen dat je alles binnenkrijgt wat je nodig hebt. Dat is eigenlijk onmogelijk.

3. De ene calorie is de andere niet

Een calorie is een calorie, zou je zeggen. Maar niets is minder waar. Het maakt namelijk veel uit in welke vorm je die calorieën binnenkrijgt. Zo stijgt je energiegebruik als je eiwitrijk en vezelrijk eet. Je lichaam heeft namelijk energie nodig om eiwitten te kunnen verteren, op te nemen en door de stofwisseling te loodsen. Maar liefst 30 procent van de calorische waarde van eiwitten is nodig om diezelfde eiwitten te verwerken. Voor de verwerking van vetten en koolhydraten geldt dat ook, maar daarbij ligt het ‘verwerkingspercentage’ veel lager. Ook het verwerken van vezels door je spijsverteringsstelsel kost meer energie dan het verwerken van koolhydraten en vetten.

4. De bacteriën in je darmen

De voortschrijdende kennis over de bacteriën in onze darmen maakt nog scherper duidelijk dat we niet meer op calorieën kunnen bouwen. Het maakt namelijk veel uit hoe je darmbacteriën ervoor staan. Allemaal dragen we circa twee kilo darmbacteriën met ons mee. Als het goed is, zijn dat veel verschillende en voornamelijk gezonde bacteriën. Veel gunstige bacteriën in je darmen hebben, is een weldaad voor je gezondheid. Ze beschermen je tegen allerlei ziektes. Darmbacteriën spelen ook een rol bij het ontstaan van overgewicht. Uit onderzoek blijkt dat in de darmen van mensen met overgewicht andere en minder gevarieerde bacteriestammen wonen dan in die van dunne mensen. Bij dunne mensen kan het zijn dat de aanwezige bacteriën zorgen voor een snellere doorstroom van voeding door het maagdarmkanaal, waardoor het lichaam minder goed alle voedingsstoffen kan opnemen. Resultaat: een slanker lijf. Daarnaast lijken de stoffen die de bacteriën uitscheiden een direct effect op de stofwisseling te hebben. Ze zetten de thermostaat als het ware een tandje hoger. Kom jij aan met je getelde calorieën...

Vasten als alternatief?

Calorieën tellen is dus achterhaald. Wat moet je dan als je wat kilo’s kwijt wilt? In de Verenigde Staten is het momenteel heel trendy om echt alles los te laten en aan intermittent fasting (afwisselend vasten) te doen. Dit betekent een of meer dagen vasten per week en de andere dagen eten wat je wilt. Heel populair is het 5:2 dieet. Daarbij vast je twee dagen per week, dan eet je zo goed als niets. Je drinkt alleen wat bouillon, sap en water. Op de andere dagen mag je alles eten. Ook een vastenkuur of detoxkuur wordt steeds vaker gedaan (zie kopje 'Vasten als reiniging'). Hoewel vasten wel enkele positieve effecten lijkt te hebben op de gezondheid, is het grote gevaar van dit dieet dat op de dagen waarop je wel mag eten alle remmen los gaan. Afwisselend vasten werkt volgens deskundigen alleen als je op de dagen dat je wel eet heel bewust gezond eet en kiest voor volwaardige voeding. Je hebt immers een bepaalde hoeveelheid essentiële voedingsstoffen nodig.

Vasten als reiniging

Een vastenkuur of detox om het lichaam te reinigen (en meteen wat af te vallen) duurt meestal een week of tien dagen en gaat vaak gepaard met darmreinigingen en klysma's. Maar dat is helemaal niet nodig, het kan zelfs averechts werken. Het is een fabeltje dat zich in de darmen gifstoffen of afvalstoffen ophopen. Je moet je darmen niet vergelijken met een rioolbuis, waarin zich langs de randen vuil ophoopt. Het zijn actieve organen die zelf alle spijsverteringsresten voort kunne bewegen en ze kunnen uitscheiden. Je darmen bevatten juist gunstige bacteriën die helpen bij je spijsvertering. En ze doen meer: ze ondersteunen je weerstand en je gezondheid. Als je gaat vasten, hebben de bacteriën in je darmen daar onder te lijden. Zelfs als je 'alleen maar' een sapkuur volgt. Je darmbacteriën missen dan de vezels die je binnenkrijgt uit groenten, fruit en granen. Zonder die vezels lijden ze honger en hebben ze het zwaar te verduren. Voor een gezonde darmflora is een vastenkuur dus niet zo'n goed idee.

 

Liesbeth van Rossum is internist en endocrinoloog en Mariette Boon is internist in opleiding en onderzoeker naar bruin vet. Samen schreven zij de bestseller 'Vet belangrijk'. Dit duo weet alles over lichaamsvet en hoe je dat kunt beïnvloeden. Wil je afvallen? Luister dan naar onderstaande podcast voordat je start met een dieet, want dan kun je veelgemaakte fouten voorkomen.


 

 

 

Auteur