Zuurder slijm bij taaislijmziekte

Getty Images

UTRECHT - Patiënten met cystic fibrose (taaislijmziekte) hebben een lagere afweer in de longen. Nieuw onderzoek toont dat dit komt door een lagere pH-waarde van het laagje vloeistof op het oppervlak van de luchtwegen.

Het slijm in de luchtwegen van patiënten met taaislijmziekte (CF) is dus zuurder dan normaal. Onderzoekers van de Universiteit van Iowa en de Universiteit Utrecht schrijven dat in het tijdschrift Nature. Het verhogen van de pH zou een aangrijpingspunt kunnen zijn om CF (in een vroeg stadium) te behandelen.

Cystic FibroseCF is een erfelijke levensverkortende ziekte waarbij slijm, dat op diverse plaatsen in het lichaam wordt afgescheiden, abnormaal taai is. Ook is de afweer tegen bacteriën verstoord, wat leidt tot hardnekkige infecties, met ziekte of zelfs de dood tot gevolg. Taaislijmziekte wordt veroorzaakt door een genetische afwijking.

LongslijmDe onderzoekers ontdekten dat het slijm van pasgeboren varkens met CF zuurder is dan normaal. Het blijkt dat bij die lagere pH de afweerstoffen in het slijm minder goed werken en de bacteriën niet meer worden gedood.

"Verschillende afweerstoffen in de long vervullen een belangrijke rol als eerste barrière tegen longinfecties. Er is nog maar weinig bekend over wat die afweermoleculen precies doen als een bacterie op het longoppervlak landt", legt Henk Haagsman, hoogleraar Moleculaire afweer, uit. "Uit ons onderzoek blijkt dat de antibacteriële activiteit van longslijm afhankelijk is van de zuurgraad."

BehandelingDe onderzoeksresultaten vormen wellicht een eenvoudig aangrijpingspunt voor het behandelen van CF. "Denk bijvoorbeeld aan het inhaleren van een vernevelde oplossing die de pH van het slijm verhoogt", zegt Haagsman.

"Wel moet eerst blijken of een dergelijke behandeling werkt bij volwassenen bij wie de ziekte al ver gevorderd is. Het is goed mogelijk dat de therapie het best of zelfs alleen maar werkt in het beginstadium van de ziekte. In dat geval zou je iemand met erfelijke aanleg voor CF misschien in een vroeg stadium kunnen behandelen."

Bron 
  • UMC Utrecht